This is some text inside of a div block.

Heading 1

Heading 2

Heading 3

Heading 4

Heading 5
Heading 6

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur.

Block quote

Ordered list

  1. Item 1
  2. Item 2
  3. Item 3

Unordered list

  • Item A
  • Item B
  • Item C

Text link

Bold text

Emphasis

Superscript

Subscript

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Suspendisse varius enim in eros elementum tristique. Duis cursus, mi quis viverra ornare, eros dolor interdum nulla, ut commodo diam libero vitae erat. Aenean faucibus nibh et justo cursus id rutrum lorem imperdiet. Nunc ut sem vitae risus tristique posuere.

3.8
Doel 8

‘Out-of-the-box’ idee: maak onze regio dé plek voor de zorg van de toekomst

Onze regio heeft alles in huis: zorg, techniek, onderwijs, noaberschap, innovatieve bedrijven én doeners. Laten we dat slim combineren tot iets nieuws. Een moderne plek waar de zorg, leren, omzien naar elkaar en technologie samenkomen. Niet los van elkaar, maar samen, mensgericht, klaar voor de toekomst. Zo profiteert de hele regio nu en over 30 jaar, omdat we meebewegen, flexibel zijn en altijd dichtbij en sociaal blijven. Vanuit win-win denken bouwen we de toekomst van de zorg.

Adviezen

  1. Zorgcampus van de toekomst. Breng de zorg, het onderwijs, bedrijven en technologie samen in één centrum. Laat studenten, sociale bedrijven en zorgverleners er samen leren, ontwikkelen en verbeteren.
  2. Win-win als uitgangspunt: vernieuw slim én sociaal. Denk in oplossingen, niet in problemen. Gebruik wat er al is. Maak koppelpunten waar mensen, kennis en vragen samenkomen. Werk samen met technologiebedrijven en leer van goede voorbeelden – ook buiten de zorg.
  3. Zorgtechnologie die mensen versterkt en de zorg ontlast: gebruik technologie die mensen echt versterkt. Denk aan digitale zorgmaatjes, thuismonitoring, keuzenhulpen of vertaalhulpen. Laat iedereen oefenen in een veilige leeromgeving. Laat zorgprofessionals technologie gebruiken in de samenwerking. Maak gebruik van robotchirurgie of van AI, bijvoorbeeld bij diagnosestelling of administratietaken, waar dit kan. Zo blijft er meer tijd voor het gesprek.
  4. Organiseer het anders, werk samen. Laat zorgorganisaties, onderwijsinstellingen en bedrijven sámen werken aan een nieuw zorgconcept. Zorg dat winst terugvloeit naar de zorg en scholing.
  5. Begin gewoon ergens. Start op een plek – een afdeling of wijk. Probeer, leer en verbeter. Betrek inwoners, studenten en zorgprofessionals. Bundel ieders kennis en ervaring.
  6. Denk in scenario’s. We weten niet precies wat er komt: vergrijzing, personeelstekorten, technologische veranderingen. Juist daarom moeten we meerdere toekomstbeelden verkennen. Zo blijven we voorbereid en kunnen we keuzes maken die passen bij wat Twente nodig heeft – nu én later.
Twente kan koploper zijn, als we samen durven denken én doen.

3.7
Doel 7

Omzien naar elkaar: zorg doen we samen

Zorg is niet iets wat je alleen krijgt. Het is iets dat we samen doen. Als inwoners willen we duidelijkheid, de mogelijkheid om mee te denken over keuzes en goede ondersteuning in ons dagelijks leven. We willen ook ruimte en waardering voor mantelzorgers. Zo bouwen we samen aan een zorgcultuur van solidariteit – waarin we met elkaar verantwoordelijkheid dragen voor gezondheid en welzijn.

Adviezen

  1. Zorg is samenwerking. Werk samen met inwoners, mantelzorgers en collega’s binnen én buiten het ziekenhuis. Ken elkaar, overleg met elkaar en maak gebruik van elkaars kennis. Maak ruimte voor samenspel – zorg voor samenwerking in twee richtingen.
  2. Gebruik de kennis van de omgeving. Zie ervaringsdeskundigen, naasten en collega’s in de ggz, ouderenzorg of gehandicaptenzorg als waardevolle hulpbronnen. Hun kennis komt voort uit ervaring en nabijheid.
  3. Verbind ziekenhuiszorg en het dagelijks leven. Werk samen met mensen in de wijk – zoals sociaal makelaars, noabers of dorpsondersteuners. Zij kunnen helpen bij voorbereiding en herstel.
  4. Help mensen regie te nemen. Zorg dat informatie duidelijk is en makkelijk te vinden. Help inwoners om mee te denken en keuzes te maken over hun gezondheid en kwaliteit van leven. Bijvoorbeeld met uitleg, trainingen of een persoonlijke kaart, waarop staat wat voor hen belangrijk is: ook bij voorbereiding op opname of ontslag.
  5. Steun mantelzorgers vanaf het begin. Bied één herkenbare plek in het ziekenhuis voor hulp, informatie en ontmoeting. Laat ook mantelzorgers elkaar ondersteunen.
  6. Betrek mensen bij keuzes. Niet alleen bij grote beslissingen, maar ook in het dagelijks contact.
  7. Maak het overzichtelijk – verbind in het netwerk, maak geen extra loketten. Verbind bestaande netwerken en loketten slim met elkaar. Maak samen heldere afspraken, zodat iedereen weet bij wie je waarvoor terechtkunt. Dat helpt de inwoner én de professional.

3.6
Doel 6

Gezonde levensstijl en vroeg signalering (preventie als middel)

We merken steeds vaker dat voorkomen beter is dan genezen. Dat lukt alleen als we problemen op tijd herkennen, elkaar begrijpen en beter samenwerken. Gezondheid gaat niet alleen over het lichaam, maar ook over vertrouwen, de omgeving en wat iemand zelf (nog of weer) kan. Daarom willen we samen kijken wat nodig is en niet wachten tot het misgaat. Hierbij speelt ook het ziekenhuis een belangrijke rol. Door eerder mee te kijken en mee te denken, kunnen klachten eerder worden voorkomen of aangepakt. Zo voorkomen we dat de zorg vastloopt.

Adviezen

  1. Signaleer op tijd, dichtbij huis en houd de lijnen kort.
  2. Verbind de zorg met het dagelijks leven. Combineer medische zorg met ondersteuning thuis, mantelzorg en technologie. Zo sluiten de zorg en het gewone leven beter op elkaar aan.
  3. Kijk breed naar de mens. Let niet alleen op medische klachten, maar ook op iemands sociale situatie, omgeving en wie er al betrokken zijn. Kijk waar verbindingen te maken zijn die echt helpen – voor de inwoner én de zorgverlener. Help mensen niet alleen om gezonde keuzes te maken, maar ook om die vol te houden. Dáár zit de kern.
  4. Verplaats zorg als het kan. Kijk samen wat met advies van het ziekenhuis ook buiten het ziekenhuis kan, met goede ondersteuning. Denk ook aan wat vooraf of rondom een behandeling al preventief kan worden gedaan.
  5. Werk meer samen aan preventie – iedereen doet mee. Voorkom dat mensen zeggen: “Dat is mijn taak niet.” Bundel kennis en krachten over de hele lijn – in zorg, welzijn, onderwijs, werk en buurt.
  6. Behoud en bouw voort op wat werkt zoals de blue zones. Houd vast aan wat al bijdraagt aan positieve gezondheid in het ziekenhuis, zoals nu bij ZGT. Breid dat waar mogelijk uit.
  7. Investeer in ‘fit naar de zorg’. Gebruik methodes zoals Fit for surgery: samen werken aan een goede voorbereiding op een opname of operatie. Dat helpt mensen fitter het ziekenhuis in te gaan én sneller weer naar huis te gaan.

3.5
Doel 5

Behoud van genoeg zorgverleners en fijn werk

Als inwoners willen we dat zorgverleners hun werk goed en met plezier kunnen doen. Minder regels, meer vertrouwen en goede samenwerking helpen daarbij. Het is belangrijk om te investeren in leren en omscholen – binnen en buiten de zorg. Zo blijven mensen in de zorg werken en kiezen ook nieuwe mensen voor dit werk. Als patiënten goede ondersteuning krijgen, kunnen ze meer zelf doen. Dat helpt hén én verlicht de druk op de zorg.

Adviezen

1. Werk mensgericht en samen
  • Geef inwoners regie en de ondersteuning die past bij hun situatie.
  • Werk samen in de regio en over de grens, zonder onnodige concurrentie.

2. Minder regels, meer ruimte
  • Betrek zorgverleners bij het verbeteren van processen.
  • Schrap regels die niet nodig zijn en geef zorgverleners vertrouwen.
  • Laat zorgverleners doen waar ze goed in zijn: goede zorg verlenen, zonder te veel bijzaken.

3. Slimmer werken en leren
  • Gebruik digitale hulp. Zet hybride zorg en digitale platforms slim in om kennis te delen en werk te besparen. Gebruik ook AI voor slimme personeelsplanning.
  • Zet zorgverleners zoals verpleegkundig specialisten breder in, zodat ze flexibel kunnen werken. Dat geeft meer ruimte en flexibiliteit in wie wat doet.
  • Gebruik technologie zoals AI, spraakherkenning en dashboards die direct informatie geven. Dat bespaart tijd en maakt gesprekken prettiger – minder typen, meer contact.
  • Zorg dat informatie voor inwoners duidelijk en herkenbaar is en makkelijk te delen in de regio.
  • Maak systemen eenvoudiger. Laat mensen zelf informatie opzoeken en bijvoorbeeld afspraken plannen.

4. Investeer in mensen
  • Zorg dat mensen kunnen leren en doorgroeien, ook tijdens hun werk.
  • Trek nieuwe collega’s aan van buiten de zorg, denk aan herintreders of mensen uit het buitenland.
  • Wissel personeel flexibel uit tussen zorgorganisaties en werf samen nieuwe medewerkers.
  • Organiseer buddysystemen.
  • Laat medewerkers – en hun partners – ambassadeurs worden van de regio én van het werken in de zorg.

3.4
Doel 4

Beschikbaar houden van planbare zorg/complexe zorg of situatie

Als inwoners willen we dat de zorg duidelijk, goed afgestemd en menselijk blijft. Niet alles hoeft dichtbij of op een ziekenhuislocatie te zijn, als we maar weten waar we aan toe zijn. De druk op de zorg is hoog. Daarom is het belangrijk om tijd, mensen en middelen slim te gebruiken. Help ons om dingen zelf te kunnen doen, dat geeft ons meer regie en zorgt voor meer ruimte in de zorg. Vertel duidelijk wat er verandert en waarom. En leer van wat goed gaat, ook buiten Nederland. Door te laten zien wat wél goed werkt, groeit het vertrouwen.

Adviezen

1. Toekomstbestendige zorg dichtbij
  • Zorg voor herkenbare aanspreekpunten en duidelijke routes binnen én buiten het ziekenhuis. (zie ook Doel 2.)
  • Kijk verder dan alleen de medische kant. Bespreek medische én sociale vragen meteen bij het eerste contact of bij een beoordeling door de arts.
  • Bereid mensen goed voor op planbare zorg. Geef heldere informatie en bied passende ondersteuning.
  • Voorkom dat mensen tussen wal en schip vallen. Bespreek op tijd welke hulp of sociale steun nodig is om snel te herstellen – en vraag na of iemand die steun al heeft.
  • Investeer in mantelzorg en netwerkzorg, zodat mensen langer zelfredzaam blijven. Zorg voor een warme verwijzing naar plekken die daarbij helpen, zoals de voorzorgcirkel, een sociaal makelaar of een steunpunt voor mantelzorgers (zie ook Doel 7).
  • Denk vooruit. Ontwikkel nu al de zorg voor situaties die straks vaker voorkomen, bijvoorbeeld oogzorg.

2. Zorg die anders durft te denken en doen
  • Verbind zorg met het dagelijks leven. Koppel ziekenhuiszorg aan wat mensen thuis nodig hebben. Doe dat niet zelf, open geen nieuw loket, maar werk slim samen met anderen. Verwijs mensen naar hun sociale netwerk of mantelzorg als dat kan.
  • Wees duidelijk over wat het ziekenhuis wél en niet kan bieden. Leg helder uit wat mogelijk is en wat niet – en help mensen verder met een goede verwijzing. Dat geeft vertrouwen en voorkomt verwarring.
  • Zet digitale zorg slim in. Gebruik bijvoorbeeld beeldbellen, thuismeting of monitoring om reizen te voorkomen. Leg goed uit hoe het werkt en controleer of mensen het begrijpen.
  • Laat mensen doen wat ze zelf kunnen, met hulp waar nodig. Stimuleer eigen regie met goede voorbereiding en begeleiding. Verwijs vanuit de spreekkamer door naar passende ondersteuning. Kijk niet alleen naar de klacht, maar naar de mens als geheel.

3. Zorg die past bij de situatie van de patiënt
  • Geef mensen bij complexe zorg één vast aanspreekpunt. Maak ook duidelijk wie de hoofdbehandelaar is.
  • Voorkom onnodige ziekenhuisbezoeken als iets ook thuis of digitaal kan.
  • Help mensen bij het gebruik van digitale middelen, vooral als zij extra steun nodig hebben.

3. Slim samenwerken en zorg goed verdelen
  • Blijf samenwerken tussen MST, ZGT, de regio en Duitsland.
  • Zorg dat digitale systemen beter op elkaar aansluiten – ook internationaal.
  • Breng zorg samen op één plek als dat helpt en bespreek vooraf de gevolgen samen met betrokkenen.

3.3
Doel 3

Beschikbaar houden van spoedzorg en verloskunde

Als inwoners vinden wij het belangrijk dat spoedzorg en verloskunde goed geregeld zijn: snel, duidelijk en dichtbij als het nodig is. Vooral in Noord-Twente maken we ons zorgen over de afstand tot zorg. We denken graag mee over oplossingen die de zorg menselijker maken en minder belastend, voor inwoners én voor zorgverleners.

Adviezen

1. Spoedeisende hulp (SEH) op maat
  • Maak duidelijk wat wél en geen spoed is. Gebruik filmpjes en eenvoudige uitleg, zodat wij betere keuzes kunnen maken.
  • Laat ons meedenken: wat helpt ons om niet onnodig naar de spoedpost te gaan? En wat is voor ons een goed alternatief?
  • Leg goed uit hoe triage werkt. Vertel waarom we soms moeten wachten of worden doorverwezen.
  • Zorg dat we ons begrepen voelen. Spreek begrijpelijke taal en controleer of we het snappen.
  • Gebruik slimme technologie zoals systemen die vragen stellen en antwoorden geven in meerdere talen.
  • Werk samen als één team. Huisartsenpost, ambulance, GGZ en SEH kunnen dubbel werk voorkomen als ze beter afstemmen.
  • Gebruik één systeem zodat alle zorgverleners dezelfde informatie hebben en ons beter kunnen helpen.
  • Let op de bereikbaarheid, vooral in dorpen en in Noord-Twente. Kijk bij triage ook of vervoer een probleem is.
  • Investeer in personeel. Zorg dat het aantrekkelijk blijft om in de zorg in Twente te werken.
  • Voorkom spoed als dat kan. Gebruik thuismetingen, slimme horloges of apps die problemen vroeg signaleren.
  • Houd aandacht voor de menselijke maat, ook als de zorg wordt geconcentreerd. Persoonlijk contact blijft voor ons belangrijk.

2. Verloskunde zonder verrassingen
  • Bespreek vooraf wat onzeker kan zijn. Duidelijkheid en rust van tevoren geven vertrouwen.
  • Werk als één team: van kraamzorg tot ziekenhuis.
  • Evalueer thuisbevallingen samen. Kijk eerlijk naar wat veilig, haalbaar en bereikbaar is – vooral als de zorg wordt geconcentreerd.

3. Ambulancezorg op maat en samenwerking
  • Laat zorg al thuis beginnen als dat kan. Denk aan beeldbellen of hulp van een verpleegkundig specialist.
  • Zorg voor directe zorg op de juiste plek. Liever iets verder reizen dan onnodig wachten.
  • Bied passende zorg in de laatste levensfase. Een palliatief team kan soms beter passen dan een ambulance.
  • Gebruik vervoer op een slimme manier zoals een medium-care ambulance of ander passend vervoer wanneer dat kan of nodig is.
Specifiek vanuit persona’s

Inwoners geven aan, dat ze bij spoedzorg vooral behoefte hebben aan zekerheid, duidelijkheid en vertrouwen. Ze willen niet alleen snelle medische hulp, maar ook iemand die naast hen staat en uitlegt wat er gebeurt. Zorg moet begrijpelijk zijn, bereikbaar en passen bij de situatie. Bespreek vooraf wat mogelijk is. Houd rekening met taal en geef mensen in een kwetsbare situatie één vast aanspreekpunt – iemand die meedenkt, de weg wijst en overzicht geeft. En kijk verder dan alleen spoedzorg. Probeer de kwetsbare situatie te verbeteren, waar dat kan.

3.2
Doel 2

Iedereen toegang tot de zorg, zonder drempels (fysiek, financieel, (digi) taal en vervoer)

Als je zorg nodig hebt, moet die beschikbaar, bereikbaar en begrijpelijk zijn. Toch is dat voor veel mensen nu nog te ingewikkeld. Reizen, informatie vinden of hulp regelen lukt niet altijd – zeker niet, als je al veel aan je hoofd hebt. Daarom is het belangrijk om plannen te maken samen met de mensen om wie het gaat. Vraag regelmatig wat beter kan, en verbeter dat ook. Gebruik het VN-verdrag Handicap (vooral artikels 5 en 9) om drempels te herkennen én weg te nemen – fysiek, financieel, digitaal, in taal of vervoer.

Adviezen

1. Zorg dat mensen het ziekenhuis goed kunnen bereiken
  • Kijk naar de hele regio: spreid de zorg waar dat kan, en bundel waar dat nodig is om de zorg beschikbaar te houden.
  • Kijk naar wat bereikbaar is voor iedereen in de regio en niet alleen naar waar een gebouw nu staat.
  • Vervoer regelen hoort bij goede zorg – net als medicatie of nazorg. Help mensen om vervoer te regelen, bijvoorbeeld via een app, bij de balie of met een overzicht dat op elke poli te gebruiken is.
  • Werk samen met vrijwilligers of chauffeurs. Denk aan buddyvervoer: van huiskamer naar spreekkamer. Of aan speciaal vervoer voor bepaalde doelgroepen.
  • Zorg voor duidelijke bushaltes, parkeerplekken en looproutes in en rond het ziekenhuis.
  • Kijk samen met inwoners of pendelbussen nodig zijn, bijvoorbeeld tussen MST en ZGT.
  • Maak samen een plan voor bereikbaarheid – met gemeenten, zorgverzekeraars en de provincie.

2. Voorkom reizen als dat niet nodig is
  • Bied digitale zorg aan als dat kan en wenselijk is. Dat geeft mensen meer regie en voorkomt onnodig reizen van huiskamer naar spreekkamer.
  • Combineer slimme vormen van zorg op locatie en online contact.
  • Bedenk samen met patiënten oplossingen voor mensen die moeite hebben met reizen.

3. Haal drempels weg rond taal, geld,digitale middelen en informatie
  • Maak één duidelijk platform voor communicatie zodat iedereen weet waar hij terecht kan.
  • Gebruik eenvoudige taal in brieven en gesprekken. Ontwikkel die samen met inwoners en test ze in de praktijk. Gebruik waar mogelijk AI-hulpmiddelen (zie ook Doel 1.4).
  • Verwijs actief door bij vragen, die niet over zorg gaan zoals geldzaken of sociale problemen. Denk aan sociaal raadslieden of welzijnswerk. Zorg dat medewerkers de sociale kaart goed kennen en er makkelijk mee kunnen werken. Organiseer dit per afdeling of ziekenhuis breed.
  • Maak de weg in het ziekenhuis duidelijk. Gebruik duidelijke borden, heldere uitleg en filmpjes die mensen thuis alvast kunnen bekijken.
  • Organiseer regelmatig een ‘niet-patiënt-safari’. Loop met patiënten mee alsof je geen zorgverlener bent om drempels te ontdekken en aan te pakken.

4. Spreek duidelijk en met respect
  • Leg rustig uit wat iemand kan verwachten en waarom.
  • Wees nieuwsgierig, niet veroordelend. Stel vragen met een open houding.
  • Kijk verder dan alleen gedrag. Zie de mens erachter, met zijn of haar dagelijks leven, verleden, cultuur of onwetendheid.
  • Geef zorgverleners de ruimte om hun aanpak af te stemmen op de persoon die voor hen zit.

5. Verbind zorg met sociale ondersteuning
  • Werk samen met mantelzorgers, casemanagers, ervaringsdeskundigen en sociale hulpverleners.
  • Breid digitale infopunten uit met informatie over sociale ondersteuning en contactpersonen. Denk aan de voorzorgcirkel of een sociaal makelaar. Zo komt de juiste vraag op de juiste plek, krijgt iemand sneller hulp en wordt de zorg minder belast: een win-winsituatie voor iedereen.

3.1
Doel 1

Goede zorg door samenwerking met zorgverleners, patiënten en naasten

Goede zorg ontstaat als we samenwerken: als inwoner, als naaste en als zorgverlener. Veel gaat al goed, maar soms gaat het nog mis. Informatie is onduidelijk, mensen moeten hun verhaal steeds opnieuw vertellen en/of de afstemming ontbreekt. Als we helder communiceren en goed samenwerken, ontstaat zorg die deskundig is, aandacht geeft en écht helpt.

Adviezen

1. Communiceer duidelijk en begrijpelijk: zie de patiënt als partner
  • Gebruik eenvoudige taal, ook als het gaat over het lichaam of medische onderwerpen.
  • Ondersteun het gesprek met hulpmiddelen zoals apps, filmpjes of AI-tools.
  • Geef ruimte voor vragen en zorg voor een gelijkwaardig gesprek.
  • Bied hulp bij het kiezen (keuzenhulp) afgestemd op iemands voorkeuren.
  • Help mensen om regie te nemen waar dat kan. Controleer ook altijd of ze het begrijpen en of het bij hen past.

2. Deel gegevens en bied overzicht
  • Werk met één duidelijk medisch dossier dat toegankelijk is voor zowel de inwoner als de zorgverlener.
  • Kijk binnen de privacyregels naar wat wél kan – er is vaak meer mogelijk dan je denkt.

3. Verbeter de samenwerking binnen, tussen en buiten ziekenhuizen
  • Maak tijd om goed af te stemmen, binnen én buiten het ziekenhuis.
  • Werk samen met andere ziekenhuizen, huisartsen, wijkzorg en mantelzorgers.
  • Zoek naar samenwerking binnen de regio, daarbuiten én over de grens als dat kan.

4. Maak meer ruimte voor de patiënt
  • Praat mét mensen, niet over hen. Betrek de omgeving en ervaringsdeskundigen.
  • Gebruik ‘Laat OMA thuis’: laat je Oordeel, Mening en Aannames los.
  • Werk met LVSD: Luisteren, Vragen, Samenvatten, Doorvragen.
  • Bespreek ook wat níet behandelen betekent en welke palliatieve zorg of begeleiding daarbij past.
  • Gebruik spraaktechnologie om informatie begrijpelijk samen te vatten. Zo blijft het gesprek persoonlijk, zonder afleiding van een scherm.
  • Als zorgverlener hoef je het niet alleen te weten of te doen. Betrek ook anderen die de vraag, de mens en diens omgeving goed kennen.

5. Zorg voor goed geïnformeerde zorgverleners
  • Zorg voor bijscholing over zowel medische onderwerpen als de sociale omgeving (zoals via de sociale kaart), zodat zorgverleners breder kunnen kijken.
  • Werk zoveel mogelijk op dezelfde manier. Dat zorgt voor herkenning.

6. Betrek mensen die de inwoner goed kennen
  • Zorg dat je de mensen om iemand heen kent zoals naasten, begeleiders en ervaringsdeskundigen.
  • Vraag als zorgverlener gerust om hun advies – je hoeft het niet alleen te weten of te doen.
  • Zoek samen naar een aanpak die past, ook buiten je eigen sector.

2.11

Fatima (48)

Moeder met vier jonge kinderen in een opvanglocatie.

Fatima spreekt niet goed Nederlands, woont in een asielzoekerscentrum en heeft ernstige buikpijn. Ze voelt zich vaak gestrest omdat ze alles alleen moet regelen. Haar situatie is heel kwetsbaar. Haar verhaal laat zien hoe belangrijk het is dat zorg ook praktische ondersteuning biedt, met aandacht voor taal, leefsituatie, andere cultuur en emotionele belasting.

2.9

Hannah (53)

Eenzame vrouw zonder netwerk en hersenletsel.

Hannah woont alleen en heeft problemen met haar geheugen en concentratie door Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). Ze begrijpt medische termen moeilijk. Door haar hersenletsel en eenzaamheid komt ze steeds meer alleen te staan. Haar situatie laat zien dat zorg toegankelijk moet zijn voor iedereen, via duidelijke communicatie en een vast aanspreekpunt.

2.8

Hennie (32)

is een jonge vrouw die hulp vermijdt, met mogelijke psychische problemen.

Hennie heeft gezondheidsproblemen, maar wil niet snel naar de dokter. Ze heeft ook mogelijk psychische problemen. Haar situatie wordt slechter door het vermijden van hulp. Hennie is geholpen met psychologische ondersteuning en goede informatie over mogelijke zorg.

2.7

Youssef (58)

is een patiënt met kanker.

Youssef moet vaak naar het ziekenhuis voor zijn behandelingen. Dat kost hem veel tijd en geld. Door zijn gezondheidsproblemen en zorgen voelt hij zich emotioneel en lichamelijk moe. Dat maakt het dagelijkse leven extra lastig. Hij heeft hulp en begeleiding nodig bij zijn zorgtraject, zowel fysiek als mentaal.

2.6

Bram (23)

is een jonge man met ongezonde leefstijl.

Bram beweegt niet genoeg, rookt en eet en drinkt veel ongezonde dingen. Zijn keuzes vormen een groot risico voor zijn gezondheid nu en de toekomst. Zijn situatie laat zien dat het belangrijk is om mensen te helpen gezonder te leven.

2.5

Femke (13)

is eenkind en leeft in een arm gezin.

Haar beide ouders hebben een lagere opleiding gehad en hebben niet veel geld. Femke haar gezondheid wordt beïnvloed doordat ze niet altijd genoeg te eten krijgt en ze heeft moeilijkheden op school omdat haar ouders haar niet goed kunnen ondersteunen. Haar verhaal laat zien dat je hulpmoet geven op meerdere gebieden, om gezondheid te vergroten.

2.4

Geert (61)

staat ingepland voor een operatie.

Hij moet een kunstknie laten vervangen na aanhoudende problemen. Geert komt niet vaak in het ziekenhuis, maar als het nodig is wil hij heel goede zorg en snel geholpen worden.

2.3

Truus (52)

heeft vaak hartklachten, dit maakt haar onzeker.

Truus krijgt vaak plotseling klachten aan haar hart en moet dan snel geholpen worden. Ze heeft snel de juiste zorg en tests nodig. Haar verhaal laat zien dat het belangrijk is dat mensen met spoedeisende klachten snel geholpen worden.

2.2

Bennie (86)

is oud en woont alleen thuis, hij heeft dementie en diabetes.

Hij moet vaak naar het ziekenhuis. Hij woont alleen en krijgt hulp van een mantelzorger. Omdat Bennie steeds meer vergeet, wordt zijn gezondheid slechter. Zijn situatie laat zien dat er speciale zorg nodig is voor oudere mensen met meerdere gezondheidsproblemen.

2.1

Mieke (58)

Is langdurig ziek en heeft het financieel en sociaal minder makkelijk.

Mieke is langdurig ziek door haar longziekte COPD. Ze heeft moeite om naar het ziekenhuis te gaan voor haar behandelingen omdat ze weinig geld heeft. Haar verhaal laat zien hoe belangrijk het is dat iedereen makkelijk toegang heeft tot zorg en preventie, vooral voor mensen in kwetsbare situaties.

3

8 Doelen met adviezen

De inwoners geven de zorg in Twente acht duidelijke doelen met adviezen mee. Ze gaan niet alleen over de ziekenhuizen, maar over dehele zorg in Twente. Deze doelen en adviezen vormen de kern van deze uitgave. 

 

Doel 1: Goede zorg doorsamenwerking met zorgverleners, patiënten en naasten

Doel 2: Iedereen toegang tot de zorg, zonder drempels (fysiek, financieel, (digi) taal en vervoer

Doel 3: Beschikbaar houden van spoedzorg en verloskunde

Doel 4: Beschikbaar houden van planbare zorg/complexe zorg of situatie

Doel 5: Behoud van genoeg zorgverleners en fijn werk

Doel 6: Gezonde levensstijl en vroeg signalering (preventie als middel)

Doel 7: Omzien naar elkaar: zorg doen we samen

Doel 8: Out-of-the-box idee: maak onze regio dé plek voor de zorg van de toekomst

2

Persona's

Tijdens de dialoog keken we mee door de ogen van verschillende persona’s – mensen met verschillende achtergronden, situaties en zorgbehoeften. Hun verhalen lieten ons zien hoe zij zorg echt ervaren: niet als losse afspraken of loketten, maar als iets dat direct raakt aan het dagelijks leven.

De inzichten die we hieruit haalden, hebben vaak met meerdere doelen tegelijk te maken. Daarom noemen we ze apart. Ze laten zien wat mensen nodig hebben om zorg echt toegankelijk, begrijpelijk en helpend te maken –los van leeftijd, aandoening of situatie.

Hieronder delen we de belangrijkste lessen, als uitnodiging om samen de zorg beter te organiseren.

1

Aanleiding en proces

Waarom organiseerden de ziekenhuizen dialoog bijeenkomsten?
De zorg staat onder druk. Mensen worden steeds ouder waardoor de vraag naar zorg toeneemt. Tegelijk gaan veel zorgverleners met pensioen en zijn er te weinig mensen om hun werk over te nemen. Dat is een dubbel probleem. Ook komen er vragen bij het ziekenhuis terecht die misschien beter op een andere plek beantwoord kunnen worden. Daarom is het belangrijk om samen na te denken over: hoe zorgen we ervoor dat goede zorg beschikbaar blijft voor iedereen die dat nodig heeft?

Waarom samen denken?
MST en ZGT willen samen aan een oplossing werken voor de vraag: hoe blijft de zorg goed en bereikbaar, nu en in de toekomst? Ze besloten iets nieuws te doen: inwoners, medewerkers, zorgpartners, gemeenten en zorgverzekeraars mee laten denken over de uitdaging én oplossingen. Niet vanuit cijfers of modellen, maar over één grote vraag: hoe ziet de zorg eruit die we willen doorgeven aan onze (klein)kinderen?

Gezamenlijke wijsheid
Als de ziekenhuizen beter gaan samenwerken, kunnen sommige problemen opgelost worden. Maar dat is niet genoeg. MST en ZGT willen samen met anderen de ziekenhuiszorg in Twente opnieuw bedenken. We zijn gestart met de vraag. “Hoe ziet de zorg er over 20 jaar uit? Wat moet dichtbij blijven, wat kan anders?” De ideeën van betrokken inwoners en andere partijen helpen om dat beeld te vormen.

Wie hebben mee gedaan?
De zorg gaat ons allemaal aan. Daarom hebben MST en ZGT zoveel mogelijk mensen bij dit proces betrokken. In januari tot en met juli 2025 organiseerden zij verschillende, aparte dialoogbijeenkomsten met:

  • Medewerkers van MST en ZGT
  • Inwoners van Twente
  • Zorgpartners in de regio
  • Gemeenten in Twente
  • De zorgverzekeraars

De resultaten van deze bijeenkomsten worden gekoppeld en samengevoegd.

Inwonersdialogen
De dialogen met inwoners hebben op drie manieren plaatsgevonden. Immers, hoe meer mensen meedenken, hoe beter het advies aan de ziekenhuizen. Er waren:

  1. Vijf grote dialoogbijeenkomsten met 75 inwoners
  2. Gesprekken met de ‘zachte stemmen’, kleine gesprekken met mensen die niet met de grote bijeenkomsten mee willen of kunnen doen
  3. Een digitale dialoog met alle Twentenaren

Vijf grote dialoogbijeenkomsten met 75 inwoners
In deze bijeenkomsten werkten we in vijf stappen aan een advies voor de ziekenhuizen:

  1. 13 februari 2025 – Inwoners deelden hun wensen, zorgen en ideeën over de toekomst van de ziekenhuizen
  2. 13 maart 2025 – We bundelden de zorgen en ideeën en maken er thema’s en vragen van
  3. 17 april 2025 – Experts deelden hun kennis, dachten mee en vulden de ideeën aan
  4. 15 mei 2025 – We dachten na over de zorg vanuit het perspectief van verschillende typen inwoners (persona’s)
  5. 5 juni 2025 – We maken van alles één geheel, één advies aan de ziekenhuizen

In totaal meldden zich 200 inwoners aan voor de grote dialoogbijeenkomsten. Daaruit zijn 75 mensen geselecteerd om mee te doen. Deze groep is samengesteld op basis van leeftijd en woonplaats, zodat Twente zo goed mogelijk vertegenwoordigd is. De inwoners die meededen, komen uit de gemeenten: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden.

Gesprekken met de ‘zachte stemmen’
Ook hebben we gesproken met mensen die niet naar de grote bijeenkomsten konden of wilden komen. Denk aan dak- en thuislozen, ouderen in een kwetsbare positie, mensen met een migratieachtergrond, mensen met een beperking of een taalachterstand. Zij zijn op een voor hun vertrouwde plek bevraagd in kleine gesprekken.

Een digitale dialoog met alle Twentenaren
Via een online vragenlijst hebben we onderzocht wat inwoners belangrijk vinden. Alle Twentenaren konden hier hun mening en ideeën delen. Waar maken zij zich zorgen over? Wat vinden zij dat moet veranderen? Er hebben meer dan 1000 mensen gereageerd. Al deze input is geanalyseerd en gebruikt in de grote bijeenkomsten.

3

Puzzelstukken

test

5

Transformatie Palliatieve Zorg

test

4

Netwerken Palliatieve Zorg

test

3.8
Thema

Passende financiering

test

3.7
Thema

(Digitale) gegevensuitwisseling

test

3.6
Thema

Kwaliteit & informatie

test

3.5
Thema

Deskundigheid

test

3.4
Thema

Maatschappelijke bewustwording

test

3.3
Thema

Proactieve zorgplanning

test

3.2
Thema

Coördinatie & continuïteit van zorg

test

3.1
Thema

Aandacht voor patiënt en naasten

test

6
Strategische agenda; Samen zorgvuldig en zelfbewust keuzes maken

Waar doen we het voor?

In de gemeente Kampen geven we onze leefomgeving samen kleur. Nu er veel complexe vraagstukken spelen, lopen deze kleuren steeds meer in elkaar over. Om niet in grijs gebied te belanden, moeten we keuzes maken. Zorgvuldig en zelfbewust. Daarbij benutten we de kracht van onze inwoners, omgeving en regio. We gaan met belangrijke thema’s aan de slag op basis van veertien opgaven in de strategische agenda. Deze opgaven komen samen in drie stromen, die onze couleur locale vormen. Ze lopen, net als de IJssel, dwars door de gemeente. En zijn voor iedereen van betekenis. (https://www.praatplaat.visueleverbinders.nl/praatplaten/strategische-agenda-gemeente-kampen)

In deze praatplaat vertellen wij hoe wij van waarde zijn. Wat doen wij dagelijks om dat waar te maken?

5
Uitgangspunt 4

Wij communiceren open en duidelijk met onze inwoners

Sophie (22) is een echte Kampense. Ze is hier geboren en ging hier naar school. Na de middelbare school studeerde ze in Zwolle. Op kamers gaan was dus niet nodig. De vriendinnen van Sophie wonen ook allemaal nog in Kampen of komen regelmatig terug. Ze is actief bij de volleybalvereniging; als speelster en als trainer voor de jeugd. En ze staat er graag achter de bar. Inmiddels is Sophie klaar met haar opleiding. Ze heeft een leuke fulltimebaan op een middelbare school in de buurt. Het is een half uurtje rijden en soms kan ze meerijden met collega’s. Sophie wil graag op zichzelf wonen, maar dan natuurlijk wel ergens in Kampen. Ze staat al twee jaar ingeschreven voor eenhuurwoning, maar ze vist steeds achter het net. Ze is te jong, inkomen te laag of te hoog of er zijn mensen met meer voorrang. Sophie woont met haar ouders op een boerderij. Haar ouders willen hun dochter graag tegemoetkomen door een extra woon-unit op hun erf te plaatsen. Dit moet wel mooi en netjes. Later, als ze eraan toe zijn, kunnen zij daar dan zelf gaan wonen. Sophie, of één van de andere kinderen, kan dan in het grote huis wonen.Sophie en haar vader duiken in het proces om dit plan mogelijk te maken, maar zo gemakkelijk is dat nog niet. Sophie ziet op social media een uitnodiging voor een informatieavond over het bouwen van een tweede woning op een bestaand adres. Ze besluit hier samen met haar vader naartoe te gaan. 

Na een korte presentatie krijgt Sophie de gelegenheid om haar eigen situatie voor te leggen aan een medewerker van de gemeente. Samen bekijken ze de plannen en Sophie krijgt antwoord op veel van haar vragen. Of het echt gaat lukken met die woningvoor Sophie, dat is nog even de vraag. Maar zoveel duidelijke antwoorden op één avond – dat helpt. Het karaktervan “Kampen hartelijke Hanzestad” laten we zien door de manier waarop wij communiceren, handelen en onze dienstverlening vormgeven. Wij richten ons stadhuis zo in dat iedereen zich welkom voelt en dat het een prettige plek is om te zijn. We richten onze dienstverlening zo in dat iedereen zich geholpen en gehoord voelt. 

Binnen dit uitgangspunt richten we ons op de volgende elementen:

  • We reageren op tijd, vriendelijk en begrijpelijk als een inwoner ons benadert.
  • We communiceren in duidelijke taal. We zijn er voor alle Kampenaren. Daarom passen we onze communicatie aan op de diversiteit in de samenleving, hoe groot of hoe klein deze groepen ook zijn. Dat geldt ook voor het verschil in digitale vaardigheden.
  • We richten het stadhuis in op een manier dat deze warm en welkom voelt voor iedereen.
  • We zijn duidelijk in wat wel en niet kan. We leggen onze keuzes uit.
  • Het is duidelijk voor inwoners wat we van hen verwachten en hoe ze iets moeten doen (een aanvraag indienen bijvoorbeeld).Zo kunnen inwoners zelfstandig gebruikmaken van onze dienstverlening.

4
Uitgangspunt 3

Het vraagstuk bepaalt onze werkwijze en gebied

Rayan (36) werk tin ploegendienst, zijn werkschema is daardoor heel wisselend. Rayan en zijn vrouw Yasmine hebben drie kinderen. De jongste (4) is geboren met eenbeperking. Hij moet binnenkort naar school, maar hoe en waar is de vraag. Rayan en zijn vrouw werken alle twee; Rayan full time en zijn vrouw 3,5 dag per week. Het is lastig om er tussen de bedrijven door voor de kinderen te zijn. Zeker als je niet zo goed thuis bent in ‘het zorglandschap’. Ze hebben ook veel afspraken over de zorg voor hun jongste. Gelukkig is er veel steun, bijvoorbeeld vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). En met hulp van de opa’s en oma’s komt de familie een heel eind. Helaas is onlangs bij Rayans moeder een nare ziekte vastgesteld. Zij zal binnenkort niet meer kunnen helpen, maar juist zelf hulp nodig hebben. Hoe het nu verder moet, daar kan Rayan soms wel van wakker liggen. Rayans buurvrouw stuurt via WhatsApp een foto door over een bijeenkomst van de gemeente. Het gaat om een informatie- en ontmoetingsavond voor ouders met kinderen op het speciaal onderwijs. Rayan en Yasmine zijn eigenlijk nog niet zover, maar besluiten toch naar de avond toe te gaan. Het blijkt dat er ook heelveel organisaties zijn die hen in de toekomst misschien wel kunnen helpen. En heel veel ouders die in ‘hetzelfde schuitje zitten’. Natuurlijk is niet zomaar alles geregeld, maar wat is het prettig om ervaringen van andere mensen te horen en te weten dat je niet alleen staat. Bovendien weten ze nu bij welke organisaties ze terecht kunnen. En dat dankzij een appje van de buurvrouw… 

Ieder vraagstuk is anders, ieder mens is anders en ieder gebied is anders. Die diversiteit is sturend in de manier waarop de gemeente Kampen werkt en de keuzes die gemaakt worden. Het vraagt van ons dat we niet werken volgens één bepaalde manier, maar onze werkwijze aanpassen als dat nodig is. Bij het bepalen van de werkwijze wordt gekeken naar de maatschappelijke opgave en de kenmerken van het gebied. We zijn in onze werkwijze afhankelijk van de samenwerking met andere partijen in de samenleving. Denk daarbij aan inwoners, maar ook aan de samenwerking met andere overheden, instellingen, dorps- en wijkgroepen en bedrijven. De noodzaak tot samenwerking vraagt om een gemeente die zich (nog meer) als partner gaat opstellen.

We maken kansen en uitdagingen van een vraagstuk inzichtelijk. Op basis daarvan bepalen we wat en wie er nodig is voor een oplossing. Partijen met een belang en een bijdrage worden betrokken. Het is een samenwerking die domein- en organisatieoverstijgend is. Als gemeente Kampen zijn we ook duidelijk in wat wij niet doen. We zijn kritisch op onze eigen rol en de rol van de samenleving: de gemeente Kampen ziet ook een rol voor de samenleving als het gaat om het benutten van de eigen kracht en het nemen van verantwoordelijkheid.  

Binnen dit uitgangspunt richten we ons op de volgende elementen:  

  • We werken als sociaal en fysiek domein meer samen. We doen aan integrale gebiedsontwikkeling. We verbinden ontwikkelingen binnen het sociaal domein (zoals het opzetten van lokale samenwerkingen, de sociale basis en creëren van leefbare wijken) en het fysiek domein (bijvoorbeeld rond wonen en de omgevingswet). We zijn omgevingssensitief.
  • We blijven werken aan onze dertien strategische opgaven.
  • We werken nog meer samen als het gaat om initiatieven in de leefomgeving van onze inwoners. Dit doen we niet alleenintern, maar ook met samenwerkingspartners en inwoners. Daarbij kunnen de onderwerpen per gebied verschillen.
  • We geven invloed aan inwoners en ruimtevoor initiatief. Daarnaast laten we ook de verantwoordelijkheid daar waar hij moet liggen. Dit betekent dat we kritisch zijn op onze eigen rol en hoe deze eruit moet zien.
  • We bieden ruimte voor nieuwe vormen van democratie in het kader van de Wet versterking participatie op decentraal niveau.  
  • We analyseren een vraagstuk aan de hand van data, kennis van professionals en inzichten van inwoners. Zo krijgen we kansen en uitdagingen in beeld. Daarnaast monitoren we of de gepleegde inzet bijdraagt aan het doel of dat bijsturing nodig is.
3
Uitgangspunt 2

Wij stellen de bedoeling centraal in ons werk

Rayan (36)woont met zijn gezin in een gezellige buurt. Er zijn veel kinderen en, vooral in de zomer, zijn de mensen veel buiten. Eén keer per jaar is er een gezellige wijk-barbecueen ook de buurt-app functioneert goed. Verschillende bewoners in de buurt zouden het fijn vinden als er bij de speeltuin ook plek is voor ouders om, terwijl de kinderen een balletje trappen, even te kunnen kletsen. Ze besluiten met elkaar een mooie stevige picknick-tafel te kopen en die bij de speeltuin neer te zetten. Het bevalt goed, die picknick-tafel. Maar het duurt niet lang voordat ze een brief van de gemeente krijgen dat dit niet zomaar kan. Het levert problemen op met grasmaaien en op langere termijn is het risico op verval en gevaarlijke situaties te groot: Wie is er dan aansprakelijk als er wat gebeurt? Teleurgesteld belt Rayan naar het stadhuis. Hij gaat in gesprek met de wijkverbinder van zijn wijk. Zij luistert naar zijn verhaal, is enthousiast over het initiatief en zegt toe er eens achteraan te gaan. Ze spreekt met de groenbeheerder. Samenkomen ze tot een mooi alternatief waar ook Rayan én zijn buren blij mee zijn. Het bankje blijft staan en grasmaaien – dat doen de buurmannen om de beurt gewoon even zelf. Nog gezellig ook!

Als gemeente Kampen hebben we een bedoeling bij de taken die we uitvoeren en het beleid dat we maken. Deze bedoeling stellen we centraal in de uitvoering van ons werk. Als we (aan)vragen krijgen van inwoners of beleid ontwikkelen, houden we voor ogen wat het maatschappelijke doel is. De leefwereld van onze inwoners is leidend, onze eigen processen en systemen zijn ondersteunend. Onze basishouding is “ja, mits”. Zo verhogen we de impact van ons beleid en uitvoering. Daarbij realiseren we ons dat we als gemeente verschillende rollen hebben. En dat signalen uit de samenleving niet altijd eenduidig zijn. De uitvoeringsruimte van dit uitgangspunt is daarom verschillend. Werken met de bedoeling centraal, betekent niet dat alles kan, ieder verzoek wordt ingewilligd, of een antwoord op eenvraag altijd “ja” is. 

Binnen dit uitgangspunt richten we ons op de volgende elementen:

  • We zijn nieuwsgierig naar de vraag achter de vraag van onze inwoners. We reageren niet alleen vanuit “wat hoort”, maar ook vanuit “wat helpt”. We hebben een onderzoekende houding naar wat er wél mogelijk is. Hier houden we elkaar ook aan.
  • We werken integraal samen in de vraagstukken die we tegenkomen. We stemmen onze processen, voorstellen en antwoorden af met relevante collega's van andere afdelingen/vakgebieden.
  • We werken via standaardprocedures en-systemen wanneer dit passend en effectief is. Deze zijn ingericht om onze bedoeling te ondersteunen. Maar we leveren ook maatwerk wanneer dat het meest passend en effectief is. De inhoudelijke argumentatie is leidend. Dit kanverschillen per rol of domein.
  • We creëren meer ruimte en de juiste randvoorwaarden voor de uitvoeringsorganisatie om maatwerk te leveren. We stimuleren deze werkhouding bij medewerkers.
  • We nemen onze inwoners serieus en betrekken hen bij actuele vraagstukken. Daarnaast zien we de kracht van de gemeenschap en van individuen. Dit willen we onderdeel laten maken van de oplossing.
  • Niet alles kan of mag: we investeren aan de voorkant in verwachtingsmanagement.

2

Bij de gemeente staat de deur altijd open

Mevrouw deBruin (86) zit op het bankje voor haar huis. Het is mooi weer en er wordt volop gefietst in de stad. Meerdere keren ziet ze op het kruispunt voor haar huis een ‘bijna-ongeluk’ gebeuren; het is daar zo’n druk en gevaarlijk punt…Tegelijkertijd stoort ze zich eraan dat het voor haar deur altijd zo druk ismet geparkeerde auto’s, terwijl een klein stukje verder op vier parkeerplaatsen voor elektrische auto’s eigenlijk nooit worden gebruikt. Ze zou daar eens eenklacht over moeten indienen. Maar ze weet eigenlijk niet zo goed hoe. Dan komt er een veegwagen van de gemeente langsgereden. Ze spreekt de bestuurder aan. Mevrouw de Bruin deelt haar verhaal en de medewerker geeft aan ‘hier eigenlijk niet over te gaan’, maar belooft het op te pakken.De volgende dag krijgt neemt een medewerker van de gemeente contact op met mevrouw deBruin. Die luistert nog eens naar haar klachten en geeft aan hier met collega’s verder over te spreken. En dat doet ze ook. Daarna legt ze duidelijk aan mevrouw de Bruin uit wat er wel en niet aan haar klachten gedaan kan worden. Mevrouw de Bruin is er blij mee; ze snapt echt wel dat niet zomaar alles helemaal anders kan worden. Maar dat er zo goed naar haar geluisterd is, dat is wel heel fijn.

Bij welke ‘deur’ van de gemeente de inwoner ook aanklopt, we helpen altijd. Of iemand nu komt met een ondersteuningsvraag, een goed idee, een klacht of een aanvraag: de deur staat open. Voor de inwoner is er maar één gemeente Kampen en zo handelen we ook.In de communicatie met de inwoner werken we samen en domein overstijgend. Zo verbeteren we de dienstverlening, wordt hulp geboden waar dat nodig is en zijn we een betrouwbare overheid.  

Binnen dit uitgangspunt richten we ons op de volgende elementen:

  • Alle medewerkers zijn gastvrij en bereikbaar voor inwoners.
  • Iemand die contact met ons heeft voelt zich gehoord en gewaardeerd. Niet elke medewerker van de gemeente hoeft het antwoord op elke vraag te kunnen geven. Elke medewerker kan wel op een warme manier doorverwijzen naar de juiste persoon binnen of buiten de organisatie.
  • We houden inwoners op de hoogte van de voortgang van hun (hulp)vraag. Zo blijven we met inwoners in contact en is het voor hen duidelijk wat er met hun vraag gebeurd.
  • We zorgen voor duidelijke informatieverstrekking richting onze inwoners: informatie is voor alle inwoners duidelijk. Inwoners weten waar ze voor welke vraag terecht kunnen.
  • We zijn vindbaar voor bewoners met signalen over hun leefomgeving. Dit vraagt betrokkenheid van de gemeente in de dorpen, buurten en wijken en met vrijwilligersverbanden. Een goede follow-up van het contact is hierbij van belang.
1
Organisatieontwikkeling

Wie zijn wij?

We zijn een partner. Voor iedereen. Dit betekent dat we bij maatschappelijke opgaven nauw samenwerken met inwoners, ondernemers, vakgenoten, collega’s, de raad en het college. Deze nieuwe rol zie je steeds meer terug in onze houding, mentaliteit en manier van communiceren. Dat is een zoektocht, maar we vinden onze weg door te doen en daarvan te leren. Zo werken we met elkaar aan een gezonde organisatie en kunnen we onze dienstverlening continu verbeteren. Onze kernwaarden geven richting aan ons dagelijks handelen.

  • Samenwerken op basis van vertrouwen
  • Kwaliteit bieden door de juiste rol aan te nemen
  • Focussen op het maatschappelijke resultaat
  • Continu vernieuwen om van waarde te blijven
  • Vanuit passie persoonlijk ontwikkelen

De kogge staat voor de organisatie van de gemeente Kampen. Want bij de gemeente Kampen leer je elke dag. Je krijgt de ruimte om jouw talenten in te zetten, verder te kijken dan je eigen werk en een team te vormen met medewerkers van verschillende afdelingen. Daarbij sta je er niet alleen voor: loop je vast, dan helpen collega’s je op weg. En zie je een kans, dan word je aangemoedigd om die te grijpen. Kortom, bij de gemeente Kampen ben je van waarde. Voor de samenleving, voor de organisatie én voor jezelf. Dat maakt werken leuk. (https://www.praatplaat.visueleverbinders.nl/praatplaten/organisatieontwikkeling-gemeente-kampen)

3.8
Doel 8

‘Out-of-the-box’ idee: maak onze regio dé plek voor de zorg van de toekomst

Onze regio heeft alles in huis: zorg, techniek, onderwijs, noaberschap, innovatieve bedrijven én doeners. Laten we dat slim combineren tot iets nieuws. Een moderne plek waar de zorg, leren, omzien naar elkaar en technologie samenkomen. Niet los van elkaar, maar samen, mensgericht, klaar voor de toekomst. Zo profiteert de hele regio nu en over 30 jaar, omdat we meebewegen, flexibel zijn en altijd dichtbij en sociaal blijven. Vanuit win-win denken bouwen we de toekomst van de zorg.

Adviezen

  1. Zorgcampus van de toekomst. Breng de zorg, het onderwijs, bedrijven en technologie samen in één centrum. Laat studenten, sociale bedrijven en zorgverleners er samen leren, ontwikkelen en verbeteren.
  2. Win-win als uitgangspunt: vernieuw slim én sociaal. Denk in oplossingen, niet in problemen. Gebruik wat er al is. Maak koppelpunten waar mensen, kennis en vragen samenkomen. Werk samen met technologiebedrijven en leer van goede voorbeelden – ook buiten de zorg.
  3. Zorgtechnologie die mensen versterkt en de zorg ontlast: gebruik technologie die mensen echt versterkt. Denk aan digitale zorgmaatjes, thuismonitoring, keuzenhulpen of vertaalhulpen. Laat iedereen oefenen in een veilige leeromgeving. Laat zorgprofessionals technologie gebruiken in de samenwerking. Maak gebruik van robotchirurgie of van AI, bijvoorbeeld bij diagnosestelling of administratietaken, waar dit kan. Zo blijft er meer tijd voor het gesprek.
  4. Organiseer het anders, werk samen. Laat zorgorganisaties, onderwijsinstellingen en bedrijven sámen werken aan een nieuw zorgconcept. Zorg dat winst terugvloeit naar de zorg en scholing.
  5. Begin gewoon ergens. Start op een plek – een afdeling of wijk. Probeer, leer en verbeter. Betrek inwoners, studenten en zorgprofessionals. Bundel ieders kennis en ervaring.
  6. Denk in scenario’s. We weten niet precies wat er komt: vergrijzing, personeelstekorten, technologische veranderingen. Juist daarom moeten we meerdere toekomstbeelden verkennen. Zo blijven we voorbereid en kunnen we keuzes maken die passen bij wat Twente nodig heeft – nu én later.
Twente kan koploper zijn, als we samen durven denken én doen.

3.7
Doel 7

Omzien naar elkaar: zorg doen we samen

Zorg is niet iets wat je alleen krijgt. Het is iets dat we samen doen. Als inwoners willen we duidelijkheid, de mogelijkheid om mee te denken over keuzes en goede ondersteuning in ons dagelijks leven. We willen ook ruimte en waardering voor mantelzorgers. Zo bouwen we samen aan een zorgcultuur van solidariteit – waarin we met elkaar verantwoordelijkheid dragen voor gezondheid en welzijn.

Adviezen

  1. Zorg is samenwerking. Werk samen met inwoners, mantelzorgers en collega’s binnen én buiten het ziekenhuis. Ken elkaar, overleg met elkaar en maak gebruik van elkaars kennis. Maak ruimte voor samenspel – zorg voor samenwerking in twee richtingen.
  2. Gebruik de kennis van de omgeving. Zie ervaringsdeskundigen, naasten en collega’s in de ggz, ouderenzorg of gehandicaptenzorg als waardevolle hulpbronnen. Hun kennis komt voort uit ervaring en nabijheid.
  3. Verbind ziekenhuiszorg en het dagelijks leven. Werk samen met mensen in de wijk – zoals sociaal makelaars, noabers of dorpsondersteuners. Zij kunnen helpen bij voorbereiding en herstel.
  4. Help mensen regie te nemen. Zorg dat informatie duidelijk is en makkelijk te vinden. Help inwoners om mee te denken en keuzes te maken over hun gezondheid en kwaliteit van leven. Bijvoorbeeld met uitleg, trainingen of een persoonlijke kaart, waarop staat wat voor hen belangrijk is: ook bij voorbereiding op opname of ontslag.
  5. Steun mantelzorgers vanaf het begin. Bied één herkenbare plek in het ziekenhuis voor hulp, informatie en ontmoeting. Laat ook mantelzorgers elkaar ondersteunen.
  6. Betrek mensen bij keuzes. Niet alleen bij grote beslissingen, maar ook in het dagelijks contact.
  7. Maak het overzichtelijk – verbind in het netwerk, maak geen extra loketten. Verbind bestaande netwerken en loketten slim met elkaar. Maak samen heldere afspraken, zodat iedereen weet bij wie je waarvoor terechtkunt. Dat helpt de inwoner én de professional.

3.6
Doel 6

Gezonde levensstijl en vroeg signalering (preventie als middel)

We merken steeds vaker dat voorkomen beter is dan genezen. Dat lukt alleen als we problemen op tijd herkennen, elkaar begrijpen en beter samenwerken. Gezondheid gaat niet alleen over het lichaam, maar ook over vertrouwen, de omgeving en wat iemand zelf (nog of weer) kan. Daarom willen we samen kijken wat nodig is en niet wachten tot het misgaat. Hierbij speelt ook het ziekenhuis een belangrijke rol. Door eerder mee te kijken en mee te denken, kunnen klachten eerder worden voorkomen of aangepakt. Zo voorkomen we dat de zorg vastloopt.

Adviezen

  1. Signaleer op tijd, dichtbij huis en houd de lijnen kort.
  2. Verbind de zorg met het dagelijks leven. Combineer medische zorg met ondersteuning thuis, mantelzorg en technologie. Zo sluiten de zorg en het gewone leven beter op elkaar aan.
  3. Kijk breed naar de mens. Let niet alleen op medische klachten, maar ook op iemands sociale situatie, omgeving en wie er al betrokken zijn. Kijk waar verbindingen te maken zijn die echt helpen – voor de inwoner én de zorgverlener. Help mensen niet alleen om gezonde keuzes te maken, maar ook om die vol te houden. Dáár zit de kern.
  4. Verplaats zorg als het kan. Kijk samen wat met advies van het ziekenhuis ook buiten het ziekenhuis kan, met goede ondersteuning. Denk ook aan wat vooraf of rondom een behandeling al preventief kan worden gedaan.
  5. Werk meer samen aan preventie – iedereen doet mee. Voorkom dat mensen zeggen: “Dat is mijn taak niet.” Bundel kennis en krachten over de hele lijn – in zorg, welzijn, onderwijs, werk en buurt.
  6. Behoud en bouw voort op wat werkt zoals de blue zones. Houd vast aan wat al bijdraagt aan positieve gezondheid in het ziekenhuis, zoals nu bij ZGT. Breid dat waar mogelijk uit.
  7. Investeer in ‘fit naar de zorg’. Gebruik methodes zoals Fit for surgery: samen werken aan een goede voorbereiding op een opname of operatie. Dat helpt mensen fitter het ziekenhuis in te gaan én sneller weer naar huis te gaan.

3.5
Doel 5

Behoud van genoeg zorgverleners en fijn werk

Als inwoners willen we dat zorgverleners hun werk goed en met plezier kunnen doen. Minder regels, meer vertrouwen en goede samenwerking helpen daarbij. Het is belangrijk om te investeren in leren en omscholen – binnen en buiten de zorg. Zo blijven mensen in de zorg werken en kiezen ook nieuwe mensen voor dit werk. Als patiënten goede ondersteuning krijgen, kunnen ze meer zelf doen. Dat helpt hén én verlicht de druk op de zorg.

Adviezen

1. Werk mensgericht en samen
  • Geef inwoners regie en de ondersteuning die past bij hun situatie.
  • Werk samen in de regio en over de grens, zonder onnodige concurrentie.

2. Minder regels, meer ruimte
  • Betrek zorgverleners bij het verbeteren van processen.
  • Schrap regels die niet nodig zijn en geef zorgverleners vertrouwen.
  • Laat zorgverleners doen waar ze goed in zijn: goede zorg verlenen, zonder te veel bijzaken.

3. Slimmer werken en leren
  • Gebruik digitale hulp. Zet hybride zorg en digitale platforms slim in om kennis te delen en werk te besparen. Gebruik ook AI voor slimme personeelsplanning.
  • Zet zorgverleners zoals verpleegkundig specialisten breder in, zodat ze flexibel kunnen werken. Dat geeft meer ruimte en flexibiliteit in wie wat doet.
  • Gebruik technologie zoals AI, spraakherkenning en dashboards die direct informatie geven. Dat bespaart tijd en maakt gesprekken prettiger – minder typen, meer contact.
  • Zorg dat informatie voor inwoners duidelijk en herkenbaar is en makkelijk te delen in de regio.
  • Maak systemen eenvoudiger. Laat mensen zelf informatie opzoeken en bijvoorbeeld afspraken plannen.

4. Investeer in mensen
  • Zorg dat mensen kunnen leren en doorgroeien, ook tijdens hun werk.
  • Trek nieuwe collega’s aan van buiten de zorg, denk aan herintreders of mensen uit het buitenland.
  • Wissel personeel flexibel uit tussen zorgorganisaties en werf samen nieuwe medewerkers.
  • Organiseer buddysystemen.
  • Laat medewerkers – en hun partners – ambassadeurs worden van de regio én van het werken in de zorg.

3.4
Doel 4

Beschikbaar houden van planbare zorg/complexe zorg of situatie

Als inwoners willen we dat de zorg duidelijk, goed afgestemd en menselijk blijft. Niet alles hoeft dichtbij of op een ziekenhuislocatie te zijn, als we maar weten waar we aan toe zijn. De druk op de zorg is hoog. Daarom is het belangrijk om tijd, mensen en middelen slim te gebruiken. Help ons om dingen zelf te kunnen doen, dat geeft ons meer regie en zorgt voor meer ruimte in de zorg. Vertel duidelijk wat er verandert en waarom. En leer van wat goed gaat, ook buiten Nederland. Door te laten zien wat wél goed werkt, groeit het vertrouwen.

Adviezen

1. Toekomstbestendige zorg dichtbij
  • Zorg voor herkenbare aanspreekpunten en duidelijke routes binnen én buiten het ziekenhuis. (zie ook Doel 2.)
  • Kijk verder dan alleen de medische kant. Bespreek medische én sociale vragen meteen bij het eerste contact of bij een beoordeling door de arts.
  • Bereid mensen goed voor op planbare zorg. Geef heldere informatie en bied passende ondersteuning.
  • Voorkom dat mensen tussen wal en schip vallen. Bespreek op tijd welke hulp of sociale steun nodig is om snel te herstellen – en vraag na of iemand die steun al heeft.
  • Investeer in mantelzorg en netwerkzorg, zodat mensen langer zelfredzaam blijven. Zorg voor een warme verwijzing naar plekken die daarbij helpen, zoals de voorzorgcirkel, een sociaal makelaar of een steunpunt voor mantelzorgers (zie ook Doel 7).
  • Denk vooruit. Ontwikkel nu al de zorg voor situaties die straks vaker voorkomen, bijvoorbeeld oogzorg.

2. Zorg die anders durft te denken en doen
  • Verbind zorg met het dagelijks leven. Koppel ziekenhuiszorg aan wat mensen thuis nodig hebben. Doe dat niet zelf, open geen nieuw loket, maar werk slim samen met anderen. Verwijs mensen naar hun sociale netwerk of mantelzorg als dat kan.
  • Wees duidelijk over wat het ziekenhuis wél en niet kan bieden. Leg helder uit wat mogelijk is en wat niet – en help mensen verder met een goede verwijzing. Dat geeft vertrouwen en voorkomt verwarring.
  • Zet digitale zorg slim in. Gebruik bijvoorbeeld beeldbellen, thuismeting of monitoring om reizen te voorkomen. Leg goed uit hoe het werkt en controleer of mensen het begrijpen.
  • Laat mensen doen wat ze zelf kunnen, met hulp waar nodig. Stimuleer eigen regie met goede voorbereiding en begeleiding. Verwijs vanuit de spreekkamer door naar passende ondersteuning. Kijk niet alleen naar de klacht, maar naar de mens als geheel.

3. Zorg die past bij de situatie van de patiënt
  • Geef mensen bij complexe zorg één vast aanspreekpunt. Maak ook duidelijk wie de hoofdbehandelaar is.
  • Voorkom onnodige ziekenhuisbezoeken als iets ook thuis of digitaal kan.
  • Help mensen bij het gebruik van digitale middelen, vooral als zij extra steun nodig hebben.

3. Slim samenwerken en zorg goed verdelen
  • Blijf samenwerken tussen MST, ZGT, de regio en Duitsland.
  • Zorg dat digitale systemen beter op elkaar aansluiten – ook internationaal.
  • Breng zorg samen op één plek als dat helpt en bespreek vooraf de gevolgen samen met betrokkenen.

3.3
Doel 3

Beschikbaar houden van spoedzorg en verloskunde

Als inwoners vinden wij het belangrijk dat spoedzorg en verloskunde goed geregeld zijn: snel, duidelijk en dichtbij als het nodig is. Vooral in Noord-Twente maken we ons zorgen over de afstand tot zorg. We denken graag mee over oplossingen die de zorg menselijker maken en minder belastend, voor inwoners én voor zorgverleners.

Adviezen

1. Spoedeisende hulp (SEH) op maat
  • Maak duidelijk wat wél en geen spoed is. Gebruik filmpjes en eenvoudige uitleg, zodat wij betere keuzes kunnen maken.
  • Laat ons meedenken: wat helpt ons om niet onnodig naar de spoedpost te gaan? En wat is voor ons een goed alternatief?
  • Leg goed uit hoe triage werkt. Vertel waarom we soms moeten wachten of worden doorverwezen.
  • Zorg dat we ons begrepen voelen. Spreek begrijpelijke taal en controleer of we het snappen.
  • Gebruik slimme technologie zoals systemen die vragen stellen en antwoorden geven in meerdere talen.
  • Werk samen als één team. Huisartsenpost, ambulance, GGZ en SEH kunnen dubbel werk voorkomen als ze beter afstemmen.
  • Gebruik één systeem zodat alle zorgverleners dezelfde informatie hebben en ons beter kunnen helpen.
  • Let op de bereikbaarheid, vooral in dorpen en in Noord-Twente. Kijk bij triage ook of vervoer een probleem is.
  • Investeer in personeel. Zorg dat het aantrekkelijk blijft om in de zorg in Twente te werken.
  • Voorkom spoed als dat kan. Gebruik thuismetingen, slimme horloges of apps die problemen vroeg signaleren.
  • Houd aandacht voor de menselijke maat, ook als de zorg wordt geconcentreerd. Persoonlijk contact blijft voor ons belangrijk.

2. Verloskunde zonder verrassingen
  • Bespreek vooraf wat onzeker kan zijn. Duidelijkheid en rust van tevoren geven vertrouwen.
  • Werk als één team: van kraamzorg tot ziekenhuis.
  • Evalueer thuisbevallingen samen. Kijk eerlijk naar wat veilig, haalbaar en bereikbaar is – vooral als de zorg wordt geconcentreerd.

3. Ambulancezorg op maat en samenwerking
  • Laat zorg al thuis beginnen als dat kan. Denk aan beeldbellen of hulp van een verpleegkundig specialist.
  • Zorg voor directe zorg op de juiste plek. Liever iets verder reizen dan onnodig wachten.
  • Bied passende zorg in de laatste levensfase. Een palliatief team kan soms beter passen dan een ambulance.
  • Gebruik vervoer op een slimme manier zoals een medium-care ambulance of ander passend vervoer wanneer dat kan of nodig is.
Specifiek vanuit persona’s

Inwoners geven aan, dat ze bij spoedzorg vooral behoefte hebben aan zekerheid, duidelijkheid en vertrouwen. Ze willen niet alleen snelle medische hulp, maar ook iemand die naast hen staat en uitlegt wat er gebeurt. Zorg moet begrijpelijk zijn, bereikbaar en passen bij de situatie. Bespreek vooraf wat mogelijk is. Houd rekening met taal en geef mensen in een kwetsbare situatie één vast aanspreekpunt – iemand die meedenkt, de weg wijst en overzicht geeft. En kijk verder dan alleen spoedzorg. Probeer de kwetsbare situatie te verbeteren, waar dat kan.

3.2
Doel 2

Iedereen toegang tot de zorg, zonder drempels (fysiek, financieel, (digi) taal en vervoer)

Als je zorg nodig hebt, moet die beschikbaar, bereikbaar en begrijpelijk zijn. Toch is dat voor veel mensen nu nog te ingewikkeld. Reizen, informatie vinden of hulp regelen lukt niet altijd – zeker niet, als je al veel aan je hoofd hebt. Daarom is het belangrijk om plannen te maken samen met de mensen om wie het gaat. Vraag regelmatig wat beter kan, en verbeter dat ook. Gebruik het VN-verdrag Handicap (vooral artikels 5 en 9) om drempels te herkennen én weg te nemen – fysiek, financieel, digitaal, in taal of vervoer.

Adviezen

1. Zorg dat mensen het ziekenhuis goed kunnen bereiken
  • Kijk naar de hele regio: spreid de zorg waar dat kan, en bundel waar dat nodig is om de zorg beschikbaar te houden.
  • Kijk naar wat bereikbaar is voor iedereen in de regio en niet alleen naar waar een gebouw nu staat.
  • Vervoer regelen hoort bij goede zorg – net als medicatie of nazorg. Help mensen om vervoer te regelen, bijvoorbeeld via een app, bij de balie of met een overzicht dat op elke poli te gebruiken is.
  • Werk samen met vrijwilligers of chauffeurs. Denk aan buddyvervoer: van huiskamer naar spreekkamer. Of aan speciaal vervoer voor bepaalde doelgroepen.
  • Zorg voor duidelijke bushaltes, parkeerplekken en looproutes in en rond het ziekenhuis.
  • Kijk samen met inwoners of pendelbussen nodig zijn, bijvoorbeeld tussen MST en ZGT.
  • Maak samen een plan voor bereikbaarheid – met gemeenten, zorgverzekeraars en de provincie.

2. Voorkom reizen als dat niet nodig is
  • Bied digitale zorg aan als dat kan en wenselijk is. Dat geeft mensen meer regie en voorkomt onnodig reizen van huiskamer naar spreekkamer.
  • Combineer slimme vormen van zorg op locatie en online contact.
  • Bedenk samen met patiënten oplossingen voor mensen die moeite hebben met reizen.

3. Haal drempels weg rond taal, geld,digitale middelen en informatie
  • Maak één duidelijk platform voor communicatie zodat iedereen weet waar hij terecht kan.
  • Gebruik eenvoudige taal in brieven en gesprekken. Ontwikkel die samen met inwoners en test ze in de praktijk. Gebruik waar mogelijk AI-hulpmiddelen (zie ook Doel 1.4).
  • Verwijs actief door bij vragen, die niet over zorg gaan zoals geldzaken of sociale problemen. Denk aan sociaal raadslieden of welzijnswerk. Zorg dat medewerkers de sociale kaart goed kennen en er makkelijk mee kunnen werken. Organiseer dit per afdeling of ziekenhuis breed.
  • Maak de weg in het ziekenhuis duidelijk. Gebruik duidelijke borden, heldere uitleg en filmpjes die mensen thuis alvast kunnen bekijken.
  • Organiseer regelmatig een ‘niet-patiënt-safari’. Loop met patiënten mee alsof je geen zorgverlener bent om drempels te ontdekken en aan te pakken.

4. Spreek duidelijk en met respect
  • Leg rustig uit wat iemand kan verwachten en waarom.
  • Wees nieuwsgierig, niet veroordelend. Stel vragen met een open houding.
  • Kijk verder dan alleen gedrag. Zie de mens erachter, met zijn of haar dagelijks leven, verleden, cultuur of onwetendheid.
  • Geef zorgverleners de ruimte om hun aanpak af te stemmen op de persoon die voor hen zit.

5. Verbind zorg met sociale ondersteuning
  • Werk samen met mantelzorgers, casemanagers, ervaringsdeskundigen en sociale hulpverleners.
  • Breid digitale infopunten uit met informatie over sociale ondersteuning en contactpersonen. Denk aan de voorzorgcirkel of een sociaal makelaar. Zo komt de juiste vraag op de juiste plek, krijgt iemand sneller hulp en wordt de zorg minder belast: een win-winsituatie voor iedereen.

3.1
Doel 1

Goede zorg door samenwerking met zorgverleners, patiënten en naasten

Goede zorg ontstaat als we samenwerken: als inwoner, als naaste en als zorgverlener. Veel gaat al goed, maar soms gaat het nog mis. Informatie is onduidelijk, mensen moeten hun verhaal steeds opnieuw vertellen en/of de afstemming ontbreekt. Als we helder communiceren en goed samenwerken, ontstaat zorg die deskundig is, aandacht geeft en écht helpt.

Adviezen

1. Communiceer duidelijk en begrijpelijk: zie de patiënt als partner
  • Gebruik eenvoudige taal, ook als het gaat over het lichaam of medische onderwerpen.
  • Ondersteun het gesprek met hulpmiddelen zoals apps, filmpjes of AI-tools.
  • Geef ruimte voor vragen en zorg voor een gelijkwaardig gesprek.
  • Bied hulp bij het kiezen (keuzenhulp) afgestemd op iemands voorkeuren.
  • Help mensen om regie te nemen waar dat kan. Controleer ook altijd of ze het begrijpen en of het bij hen past.

2. Deel gegevens en bied overzicht
  • Werk met één duidelijk medisch dossier dat toegankelijk is voor zowel de inwoner als de zorgverlener.
  • Kijk binnen de privacyregels naar wat wél kan – er is vaak meer mogelijk dan je denkt.

3. Verbeter de samenwerking binnen, tussen en buiten ziekenhuizen
  • Maak tijd om goed af te stemmen, binnen én buiten het ziekenhuis.
  • Werk samen met andere ziekenhuizen, huisartsen, wijkzorg en mantelzorgers.
  • Zoek naar samenwerking binnen de regio, daarbuiten én over de grens als dat kan.

4. Maak meer ruimte voor de patiënt
  • Praat mét mensen, niet over hen. Betrek de omgeving en ervaringsdeskundigen.
  • Gebruik ‘Laat OMA thuis’: laat je Oordeel, Mening en Aannames los.
  • Werk met LVSD: Luisteren, Vragen, Samenvatten, Doorvragen.
  • Bespreek ook wat níet behandelen betekent en welke palliatieve zorg of begeleiding daarbij past.
  • Gebruik spraaktechnologie om informatie begrijpelijk samen te vatten. Zo blijft het gesprek persoonlijk, zonder afleiding van een scherm.
  • Als zorgverlener hoef je het niet alleen te weten of te doen. Betrek ook anderen die de vraag, de mens en diens omgeving goed kennen.

5. Zorg voor goed geïnformeerde zorgverleners
  • Zorg voor bijscholing over zowel medische onderwerpen als de sociale omgeving (zoals via de sociale kaart), zodat zorgverleners breder kunnen kijken.
  • Werk zoveel mogelijk op dezelfde manier. Dat zorgt voor herkenning.

6. Betrek mensen die de inwoner goed kennen
  • Zorg dat je de mensen om iemand heen kent zoals naasten, begeleiders en ervaringsdeskundigen.
  • Vraag als zorgverlener gerust om hun advies – je hoeft het niet alleen te weten of te doen.
  • Zoek samen naar een aanpak die past, ook buiten je eigen sector.

2.11

Fatima (48)

Moeder met vier jonge kinderen in een opvanglocatie.

Fatima spreekt niet goed Nederlands, woont in een asielzoekerscentrum en heeft ernstige buikpijn. Ze voelt zich vaak gestrest omdat ze alles alleen moet regelen. Haar situatie is heel kwetsbaar. Haar verhaal laat zien hoe belangrijk het is dat zorg ook praktische ondersteuning biedt, met aandacht voor taal, leefsituatie, andere cultuur en emotionele belasting.

2.9

Hannah (53)

Eenzame vrouw zonder netwerk en hersenletsel.

Hannah woont alleen en heeft problemen met haar geheugen en concentratie door Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). Ze begrijpt medische termen moeilijk. Door haar hersenletsel en eenzaamheid komt ze steeds meer alleen te staan. Haar situatie laat zien dat zorg toegankelijk moet zijn voor iedereen, via duidelijke communicatie en een vast aanspreekpunt.

2.8

Hennie (32)

is een jonge vrouw die hulp vermijdt, met mogelijke psychische problemen.

Hennie heeft gezondheidsproblemen, maar wil niet snel naar de dokter. Ze heeft ook mogelijk psychische problemen. Haar situatie wordt slechter door het vermijden van hulp. Hennie is geholpen met psychologische ondersteuning en goede informatie over mogelijke zorg.

2.7

Youssef (58)

is een patiënt met kanker.

Youssef moet vaak naar het ziekenhuis voor zijn behandelingen. Dat kost hem veel tijd en geld. Door zijn gezondheidsproblemen en zorgen voelt hij zich emotioneel en lichamelijk moe. Dat maakt het dagelijkse leven extra lastig. Hij heeft hulp en begeleiding nodig bij zijn zorgtraject, zowel fysiek als mentaal.

2.6

Bram (23)

is een jonge man met ongezonde leefstijl.

Bram beweegt niet genoeg, rookt en eet en drinkt veel ongezonde dingen. Zijn keuzes vormen een groot risico voor zijn gezondheid nu en de toekomst. Zijn situatie laat zien dat het belangrijk is om mensen te helpen gezonder te leven.

2.5

Femke (13)

is eenkind en leeft in een arm gezin.

Haar beide ouders hebben een lagere opleiding gehad en hebben niet veel geld. Femke haar gezondheid wordt beïnvloed doordat ze niet altijd genoeg te eten krijgt en ze heeft moeilijkheden op school omdat haar ouders haar niet goed kunnen ondersteunen. Haar verhaal laat zien dat je hulpmoet geven op meerdere gebieden, om gezondheid te vergroten.

2.4

Geert (61)

staat ingepland voor een operatie.

Hij moet een kunstknie laten vervangen na aanhoudende problemen. Geert komt niet vaak in het ziekenhuis, maar als het nodig is wil hij heel goede zorg en snel geholpen worden.

2.3

Truus (52)

heeft vaak hartklachten, dit maakt haar onzeker.

Truus krijgt vaak plotseling klachten aan haar hart en moet dan snel geholpen worden. Ze heeft snel de juiste zorg en tests nodig. Haar verhaal laat zien dat het belangrijk is dat mensen met spoedeisende klachten snel geholpen worden.

2.2

Bennie (86)

is oud en woont alleen thuis, hij heeft dementie en diabetes.

Hij moet vaak naar het ziekenhuis. Hij woont alleen en krijgt hulp van een mantelzorger. Omdat Bennie steeds meer vergeet, wordt zijn gezondheid slechter. Zijn situatie laat zien dat er speciale zorg nodig is voor oudere mensen met meerdere gezondheidsproblemen.

2.1

Mieke (58)

Is langdurig ziek en heeft het financieel en sociaal minder makkelijk.

Mieke is langdurig ziek door haar longziekte COPD. Ze heeft moeite om naar het ziekenhuis te gaan voor haar behandelingen omdat ze weinig geld heeft. Haar verhaal laat zien hoe belangrijk het is dat iedereen makkelijk toegang heeft tot zorg en preventie, vooral voor mensen in kwetsbare situaties.

3

8 Doelen met adviezen

De inwoners geven de zorg in Twente acht duidelijke doelen met adviezen mee. Ze gaan niet alleen over de ziekenhuizen, maar over dehele zorg in Twente. Deze doelen en adviezen vormen de kern van deze uitgave. 

 

Doel 1: Goede zorg doorsamenwerking met zorgverleners, patiënten en naasten

Doel 2: Iedereen toegang tot de zorg, zonder drempels (fysiek, financieel, (digi) taal en vervoer

Doel 3: Beschikbaar houden van spoedzorg en verloskunde

Doel 4: Beschikbaar houden van planbare zorg/complexe zorg of situatie

Doel 5: Behoud van genoeg zorgverleners en fijn werk

Doel 6: Gezonde levensstijl en vroeg signalering (preventie als middel)

Doel 7: Omzien naar elkaar: zorg doen we samen

Doel 8: Out-of-the-box idee: maak onze regio dé plek voor de zorg van de toekomst

2

Persona's

Tijdens de dialoog keken we mee door de ogen van verschillende persona’s – mensen met verschillende achtergronden, situaties en zorgbehoeften. Hun verhalen lieten ons zien hoe zij zorg echt ervaren: niet als losse afspraken of loketten, maar als iets dat direct raakt aan het dagelijks leven.

De inzichten die we hieruit haalden, hebben vaak met meerdere doelen tegelijk te maken. Daarom noemen we ze apart. Ze laten zien wat mensen nodig hebben om zorg echt toegankelijk, begrijpelijk en helpend te maken –los van leeftijd, aandoening of situatie.

Hieronder delen we de belangrijkste lessen, als uitnodiging om samen de zorg beter te organiseren.

1

Aanleiding en proces

Waarom organiseerden de ziekenhuizen dialoog bijeenkomsten?
De zorg staat onder druk. Mensen worden steeds ouder waardoor de vraag naar zorg toeneemt. Tegelijk gaan veel zorgverleners met pensioen en zijn er te weinig mensen om hun werk over te nemen. Dat is een dubbel probleem. Ook komen er vragen bij het ziekenhuis terecht die misschien beter op een andere plek beantwoord kunnen worden. Daarom is het belangrijk om samen na te denken over: hoe zorgen we ervoor dat goede zorg beschikbaar blijft voor iedereen die dat nodig heeft?

Waarom samen denken?
MST en ZGT willen samen aan een oplossing werken voor de vraag: hoe blijft de zorg goed en bereikbaar, nu en in de toekomst? Ze besloten iets nieuws te doen: inwoners, medewerkers, zorgpartners, gemeenten en zorgverzekeraars mee laten denken over de uitdaging én oplossingen. Niet vanuit cijfers of modellen, maar over één grote vraag: hoe ziet de zorg eruit die we willen doorgeven aan onze (klein)kinderen?

Gezamenlijke wijsheid
Als de ziekenhuizen beter gaan samenwerken, kunnen sommige problemen opgelost worden. Maar dat is niet genoeg. MST en ZGT willen samen met anderen de ziekenhuiszorg in Twente opnieuw bedenken. We zijn gestart met de vraag. “Hoe ziet de zorg er over 20 jaar uit? Wat moet dichtbij blijven, wat kan anders?” De ideeën van betrokken inwoners en andere partijen helpen om dat beeld te vormen.

Wie hebben mee gedaan?
De zorg gaat ons allemaal aan. Daarom hebben MST en ZGT zoveel mogelijk mensen bij dit proces betrokken. In januari tot en met juli 2025 organiseerden zij verschillende, aparte dialoogbijeenkomsten met:

  • Medewerkers van MST en ZGT
  • Inwoners van Twente
  • Zorgpartners in de regio
  • Gemeenten in Twente
  • De zorgverzekeraars

De resultaten van deze bijeenkomsten worden gekoppeld en samengevoegd.

Inwonersdialogen
De dialogen met inwoners hebben op drie manieren plaatsgevonden. Immers, hoe meer mensen meedenken, hoe beter het advies aan de ziekenhuizen. Er waren:

  1. Vijf grote dialoogbijeenkomsten met 75 inwoners
  2. Gesprekken met de ‘zachte stemmen’, kleine gesprekken met mensen die niet met de grote bijeenkomsten mee willen of kunnen doen
  3. Een digitale dialoog met alle Twentenaren

Vijf grote dialoogbijeenkomsten met 75 inwoners
In deze bijeenkomsten werkten we in vijf stappen aan een advies voor de ziekenhuizen:

  1. 13 februari 2025 – Inwoners deelden hun wensen, zorgen en ideeën over de toekomst van de ziekenhuizen
  2. 13 maart 2025 – We bundelden de zorgen en ideeën en maken er thema’s en vragen van
  3. 17 april 2025 – Experts deelden hun kennis, dachten mee en vulden de ideeën aan
  4. 15 mei 2025 – We dachten na over de zorg vanuit het perspectief van verschillende typen inwoners (persona’s)
  5. 5 juni 2025 – We maken van alles één geheel, één advies aan de ziekenhuizen

In totaal meldden zich 200 inwoners aan voor de grote dialoogbijeenkomsten. Daaruit zijn 75 mensen geselecteerd om mee te doen. Deze groep is samengesteld op basis van leeftijd en woonplaats, zodat Twente zo goed mogelijk vertegenwoordigd is. De inwoners die meededen, komen uit de gemeenten: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden.

Gesprekken met de ‘zachte stemmen’
Ook hebben we gesproken met mensen die niet naar de grote bijeenkomsten konden of wilden komen. Denk aan dak- en thuislozen, ouderen in een kwetsbare positie, mensen met een migratieachtergrond, mensen met een beperking of een taalachterstand. Zij zijn op een voor hun vertrouwde plek bevraagd in kleine gesprekken.

Een digitale dialoog met alle Twentenaren
Via een online vragenlijst hebben we onderzocht wat inwoners belangrijk vinden. Alle Twentenaren konden hier hun mening en ideeën delen. Waar maken zij zich zorgen over? Wat vinden zij dat moet veranderen? Er hebben meer dan 1000 mensen gereageerd. Al deze input is geanalyseerd en gebruikt in de grote bijeenkomsten.

3

Puzzelstukken

test

5

Transformatie Palliatieve Zorg

test

4

Netwerken Palliatieve Zorg

test

3.8
Thema

Passende financiering

test

3.7
Thema

(Digitale) gegevensuitwisseling

test

3.6
Thema

Kwaliteit & informatie

test

3.5
Thema

Deskundigheid

test

3.4
Thema

Maatschappelijke bewustwording

test

3.3
Thema

Proactieve zorgplanning

test

3.2
Thema

Coördinatie & continuïteit van zorg

test

3.1
Thema

Aandacht voor patiënt en naasten

test

6
Strategische agenda; Samen zorgvuldig en zelfbewust keuzes maken

Waar doen we het voor?

In de gemeente Kampen geven we onze leefomgeving samen kleur. Nu er veel complexe vraagstukken spelen, lopen deze kleuren steeds meer in elkaar over. Om niet in grijs gebied te belanden, moeten we keuzes maken. Zorgvuldig en zelfbewust. Daarbij benutten we de kracht van onze inwoners, omgeving en regio. We gaan met belangrijke thema’s aan de slag op basis van veertien opgaven in de strategische agenda. Deze opgaven komen samen in drie stromen, die onze couleur locale vormen. Ze lopen, net als de IJssel, dwars door de gemeente. En zijn voor iedereen van betekenis. (https://www.praatplaat.visueleverbinders.nl/praatplaten/strategische-agenda-gemeente-kampen)

In deze praatplaat vertellen wij hoe wij van waarde zijn. Wat doen wij dagelijks om dat waar te maken?

5
Uitgangspunt 4

Wij communiceren open en duidelijk met onze inwoners

Sophie (22) is een echte Kampense. Ze is hier geboren en ging hier naar school. Na de middelbare school studeerde ze in Zwolle. Op kamers gaan was dus niet nodig. De vriendinnen van Sophie wonen ook allemaal nog in Kampen of komen regelmatig terug. Ze is actief bij de volleybalvereniging; als speelster en als trainer voor de jeugd. En ze staat er graag achter de bar. Inmiddels is Sophie klaar met haar opleiding. Ze heeft een leuke fulltimebaan op een middelbare school in de buurt. Het is een half uurtje rijden en soms kan ze meerijden met collega’s. Sophie wil graag op zichzelf wonen, maar dan natuurlijk wel ergens in Kampen. Ze staat al twee jaar ingeschreven voor eenhuurwoning, maar ze vist steeds achter het net. Ze is te jong, inkomen te laag of te hoog of er zijn mensen met meer voorrang. Sophie woont met haar ouders op een boerderij. Haar ouders willen hun dochter graag tegemoetkomen door een extra woon-unit op hun erf te plaatsen. Dit moet wel mooi en netjes. Later, als ze eraan toe zijn, kunnen zij daar dan zelf gaan wonen. Sophie, of één van de andere kinderen, kan dan in het grote huis wonen.Sophie en haar vader duiken in het proces om dit plan mogelijk te maken, maar zo gemakkelijk is dat nog niet. Sophie ziet op social media een uitnodiging voor een informatieavond over het bouwen van een tweede woning op een bestaand adres. Ze besluit hier samen met haar vader naartoe te gaan. 

Na een korte presentatie krijgt Sophie de gelegenheid om haar eigen situatie voor te leggen aan een medewerker van de gemeente. Samen bekijken ze de plannen en Sophie krijgt antwoord op veel van haar vragen. Of het echt gaat lukken met die woningvoor Sophie, dat is nog even de vraag. Maar zoveel duidelijke antwoorden op één avond – dat helpt. Het karaktervan “Kampen hartelijke Hanzestad” laten we zien door de manier waarop wij communiceren, handelen en onze dienstverlening vormgeven. Wij richten ons stadhuis zo in dat iedereen zich welkom voelt en dat het een prettige plek is om te zijn. We richten onze dienstverlening zo in dat iedereen zich geholpen en gehoord voelt. 

Binnen dit uitgangspunt richten we ons op de volgende elementen:

  • We reageren op tijd, vriendelijk en begrijpelijk als een inwoner ons benadert.
  • We communiceren in duidelijke taal. We zijn er voor alle Kampenaren. Daarom passen we onze communicatie aan op de diversiteit in de samenleving, hoe groot of hoe klein deze groepen ook zijn. Dat geldt ook voor het verschil in digitale vaardigheden.
  • We richten het stadhuis in op een manier dat deze warm en welkom voelt voor iedereen.
  • We zijn duidelijk in wat wel en niet kan. We leggen onze keuzes uit.
  • Het is duidelijk voor inwoners wat we van hen verwachten en hoe ze iets moeten doen (een aanvraag indienen bijvoorbeeld).Zo kunnen inwoners zelfstandig gebruikmaken van onze dienstverlening.

4
Uitgangspunt 3

Het vraagstuk bepaalt onze werkwijze en gebied

Rayan (36) werk tin ploegendienst, zijn werkschema is daardoor heel wisselend. Rayan en zijn vrouw Yasmine hebben drie kinderen. De jongste (4) is geboren met eenbeperking. Hij moet binnenkort naar school, maar hoe en waar is de vraag. Rayan en zijn vrouw werken alle twee; Rayan full time en zijn vrouw 3,5 dag per week. Het is lastig om er tussen de bedrijven door voor de kinderen te zijn. Zeker als je niet zo goed thuis bent in ‘het zorglandschap’. Ze hebben ook veel afspraken over de zorg voor hun jongste. Gelukkig is er veel steun, bijvoorbeeld vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). En met hulp van de opa’s en oma’s komt de familie een heel eind. Helaas is onlangs bij Rayans moeder een nare ziekte vastgesteld. Zij zal binnenkort niet meer kunnen helpen, maar juist zelf hulp nodig hebben. Hoe het nu verder moet, daar kan Rayan soms wel van wakker liggen. Rayans buurvrouw stuurt via WhatsApp een foto door over een bijeenkomst van de gemeente. Het gaat om een informatie- en ontmoetingsavond voor ouders met kinderen op het speciaal onderwijs. Rayan en Yasmine zijn eigenlijk nog niet zover, maar besluiten toch naar de avond toe te gaan. Het blijkt dat er ook heelveel organisaties zijn die hen in de toekomst misschien wel kunnen helpen. En heel veel ouders die in ‘hetzelfde schuitje zitten’. Natuurlijk is niet zomaar alles geregeld, maar wat is het prettig om ervaringen van andere mensen te horen en te weten dat je niet alleen staat. Bovendien weten ze nu bij welke organisaties ze terecht kunnen. En dat dankzij een appje van de buurvrouw… 

Ieder vraagstuk is anders, ieder mens is anders en ieder gebied is anders. Die diversiteit is sturend in de manier waarop de gemeente Kampen werkt en de keuzes die gemaakt worden. Het vraagt van ons dat we niet werken volgens één bepaalde manier, maar onze werkwijze aanpassen als dat nodig is. Bij het bepalen van de werkwijze wordt gekeken naar de maatschappelijke opgave en de kenmerken van het gebied. We zijn in onze werkwijze afhankelijk van de samenwerking met andere partijen in de samenleving. Denk daarbij aan inwoners, maar ook aan de samenwerking met andere overheden, instellingen, dorps- en wijkgroepen en bedrijven. De noodzaak tot samenwerking vraagt om een gemeente die zich (nog meer) als partner gaat opstellen.

We maken kansen en uitdagingen van een vraagstuk inzichtelijk. Op basis daarvan bepalen we wat en wie er nodig is voor een oplossing. Partijen met een belang en een bijdrage worden betrokken. Het is een samenwerking die domein- en organisatieoverstijgend is. Als gemeente Kampen zijn we ook duidelijk in wat wij niet doen. We zijn kritisch op onze eigen rol en de rol van de samenleving: de gemeente Kampen ziet ook een rol voor de samenleving als het gaat om het benutten van de eigen kracht en het nemen van verantwoordelijkheid.  

Binnen dit uitgangspunt richten we ons op de volgende elementen:  

  • We werken als sociaal en fysiek domein meer samen. We doen aan integrale gebiedsontwikkeling. We verbinden ontwikkelingen binnen het sociaal domein (zoals het opzetten van lokale samenwerkingen, de sociale basis en creëren van leefbare wijken) en het fysiek domein (bijvoorbeeld rond wonen en de omgevingswet). We zijn omgevingssensitief.
  • We blijven werken aan onze dertien strategische opgaven.
  • We werken nog meer samen als het gaat om initiatieven in de leefomgeving van onze inwoners. Dit doen we niet alleenintern, maar ook met samenwerkingspartners en inwoners. Daarbij kunnen de onderwerpen per gebied verschillen.
  • We geven invloed aan inwoners en ruimtevoor initiatief. Daarnaast laten we ook de verantwoordelijkheid daar waar hij moet liggen. Dit betekent dat we kritisch zijn op onze eigen rol en hoe deze eruit moet zien.
  • We bieden ruimte voor nieuwe vormen van democratie in het kader van de Wet versterking participatie op decentraal niveau.  
  • We analyseren een vraagstuk aan de hand van data, kennis van professionals en inzichten van inwoners. Zo krijgen we kansen en uitdagingen in beeld. Daarnaast monitoren we of de gepleegde inzet bijdraagt aan het doel of dat bijsturing nodig is.
3
Uitgangspunt 2

Wij stellen de bedoeling centraal in ons werk

Rayan (36)woont met zijn gezin in een gezellige buurt. Er zijn veel kinderen en, vooral in de zomer, zijn de mensen veel buiten. Eén keer per jaar is er een gezellige wijk-barbecueen ook de buurt-app functioneert goed. Verschillende bewoners in de buurt zouden het fijn vinden als er bij de speeltuin ook plek is voor ouders om, terwijl de kinderen een balletje trappen, even te kunnen kletsen. Ze besluiten met elkaar een mooie stevige picknick-tafel te kopen en die bij de speeltuin neer te zetten. Het bevalt goed, die picknick-tafel. Maar het duurt niet lang voordat ze een brief van de gemeente krijgen dat dit niet zomaar kan. Het levert problemen op met grasmaaien en op langere termijn is het risico op verval en gevaarlijke situaties te groot: Wie is er dan aansprakelijk als er wat gebeurt? Teleurgesteld belt Rayan naar het stadhuis. Hij gaat in gesprek met de wijkverbinder van zijn wijk. Zij luistert naar zijn verhaal, is enthousiast over het initiatief en zegt toe er eens achteraan te gaan. Ze spreekt met de groenbeheerder. Samenkomen ze tot een mooi alternatief waar ook Rayan én zijn buren blij mee zijn. Het bankje blijft staan en grasmaaien – dat doen de buurmannen om de beurt gewoon even zelf. Nog gezellig ook!

Als gemeente Kampen hebben we een bedoeling bij de taken die we uitvoeren en het beleid dat we maken. Deze bedoeling stellen we centraal in de uitvoering van ons werk. Als we (aan)vragen krijgen van inwoners of beleid ontwikkelen, houden we voor ogen wat het maatschappelijke doel is. De leefwereld van onze inwoners is leidend, onze eigen processen en systemen zijn ondersteunend. Onze basishouding is “ja, mits”. Zo verhogen we de impact van ons beleid en uitvoering. Daarbij realiseren we ons dat we als gemeente verschillende rollen hebben. En dat signalen uit de samenleving niet altijd eenduidig zijn. De uitvoeringsruimte van dit uitgangspunt is daarom verschillend. Werken met de bedoeling centraal, betekent niet dat alles kan, ieder verzoek wordt ingewilligd, of een antwoord op eenvraag altijd “ja” is. 

Binnen dit uitgangspunt richten we ons op de volgende elementen:

  • We zijn nieuwsgierig naar de vraag achter de vraag van onze inwoners. We reageren niet alleen vanuit “wat hoort”, maar ook vanuit “wat helpt”. We hebben een onderzoekende houding naar wat er wél mogelijk is. Hier houden we elkaar ook aan.
  • We werken integraal samen in de vraagstukken die we tegenkomen. We stemmen onze processen, voorstellen en antwoorden af met relevante collega's van andere afdelingen/vakgebieden.
  • We werken via standaardprocedures en-systemen wanneer dit passend en effectief is. Deze zijn ingericht om onze bedoeling te ondersteunen. Maar we leveren ook maatwerk wanneer dat het meest passend en effectief is. De inhoudelijke argumentatie is leidend. Dit kanverschillen per rol of domein.
  • We creëren meer ruimte en de juiste randvoorwaarden voor de uitvoeringsorganisatie om maatwerk te leveren. We stimuleren deze werkhouding bij medewerkers.
  • We nemen onze inwoners serieus en betrekken hen bij actuele vraagstukken. Daarnaast zien we de kracht van de gemeenschap en van individuen. Dit willen we onderdeel laten maken van de oplossing.
  • Niet alles kan of mag: we investeren aan de voorkant in verwachtingsmanagement.

2

Bij de gemeente staat de deur altijd open

Mevrouw deBruin (86) zit op het bankje voor haar huis. Het is mooi weer en er wordt volop gefietst in de stad. Meerdere keren ziet ze op het kruispunt voor haar huis een ‘bijna-ongeluk’ gebeuren; het is daar zo’n druk en gevaarlijk punt…Tegelijkertijd stoort ze zich eraan dat het voor haar deur altijd zo druk ismet geparkeerde auto’s, terwijl een klein stukje verder op vier parkeerplaatsen voor elektrische auto’s eigenlijk nooit worden gebruikt. Ze zou daar eens eenklacht over moeten indienen. Maar ze weet eigenlijk niet zo goed hoe. Dan komt er een veegwagen van de gemeente langsgereden. Ze spreekt de bestuurder aan. Mevrouw de Bruin deelt haar verhaal en de medewerker geeft aan ‘hier eigenlijk niet over te gaan’, maar belooft het op te pakken.De volgende dag krijgt neemt een medewerker van de gemeente contact op met mevrouw deBruin. Die luistert nog eens naar haar klachten en geeft aan hier met collega’s verder over te spreken. En dat doet ze ook. Daarna legt ze duidelijk aan mevrouw de Bruin uit wat er wel en niet aan haar klachten gedaan kan worden. Mevrouw de Bruin is er blij mee; ze snapt echt wel dat niet zomaar alles helemaal anders kan worden. Maar dat er zo goed naar haar geluisterd is, dat is wel heel fijn.

Bij welke ‘deur’ van de gemeente de inwoner ook aanklopt, we helpen altijd. Of iemand nu komt met een ondersteuningsvraag, een goed idee, een klacht of een aanvraag: de deur staat open. Voor de inwoner is er maar één gemeente Kampen en zo handelen we ook.In de communicatie met de inwoner werken we samen en domein overstijgend. Zo verbeteren we de dienstverlening, wordt hulp geboden waar dat nodig is en zijn we een betrouwbare overheid.  

Binnen dit uitgangspunt richten we ons op de volgende elementen:

  • Alle medewerkers zijn gastvrij en bereikbaar voor inwoners.
  • Iemand die contact met ons heeft voelt zich gehoord en gewaardeerd. Niet elke medewerker van de gemeente hoeft het antwoord op elke vraag te kunnen geven. Elke medewerker kan wel op een warme manier doorverwijzen naar de juiste persoon binnen of buiten de organisatie.
  • We houden inwoners op de hoogte van de voortgang van hun (hulp)vraag. Zo blijven we met inwoners in contact en is het voor hen duidelijk wat er met hun vraag gebeurd.
  • We zorgen voor duidelijke informatieverstrekking richting onze inwoners: informatie is voor alle inwoners duidelijk. Inwoners weten waar ze voor welke vraag terecht kunnen.
  • We zijn vindbaar voor bewoners met signalen over hun leefomgeving. Dit vraagt betrokkenheid van de gemeente in de dorpen, buurten en wijken en met vrijwilligersverbanden. Een goede follow-up van het contact is hierbij van belang.
1
Organisatieontwikkeling

Wie zijn wij?

We zijn een partner. Voor iedereen. Dit betekent dat we bij maatschappelijke opgaven nauw samenwerken met inwoners, ondernemers, vakgenoten, collega’s, de raad en het college. Deze nieuwe rol zie je steeds meer terug in onze houding, mentaliteit en manier van communiceren. Dat is een zoektocht, maar we vinden onze weg door te doen en daarvan te leren. Zo werken we met elkaar aan een gezonde organisatie en kunnen we onze dienstverlening continu verbeteren. Onze kernwaarden geven richting aan ons dagelijks handelen.

  • Samenwerken op basis van vertrouwen
  • Kwaliteit bieden door de juiste rol aan te nemen
  • Focussen op het maatschappelijke resultaat
  • Continu vernieuwen om van waarde te blijven
  • Vanuit passie persoonlijk ontwikkelen

De kogge staat voor de organisatie van de gemeente Kampen. Want bij de gemeente Kampen leer je elke dag. Je krijgt de ruimte om jouw talenten in te zetten, verder te kijken dan je eigen werk en een team te vormen met medewerkers van verschillende afdelingen. Daarbij sta je er niet alleen voor: loop je vast, dan helpen collega’s je op weg. En zie je een kans, dan word je aangemoedigd om die te grijpen. Kortom, bij de gemeente Kampen ben je van waarde. Voor de samenleving, voor de organisatie én voor jezelf. Dat maakt werken leuk. (https://www.praatplaat.visueleverbinders.nl/praatplaten/organisatieontwikkeling-gemeente-kampen)

3.8
Doel 8

‘Out-of-the-box’ idee: maak onze regio dé plek voor de zorg van de toekomst

Onze regio heeft alles in huis: zorg, techniek, onderwijs, noaberschap, innovatieve bedrijven én doeners. Laten we dat slim combineren tot iets nieuws. Een moderne plek waar de zorg, leren, omzien naar elkaar en technologie samenkomen. Niet los van elkaar, maar samen, mensgericht, klaar voor de toekomst. Zo profiteert de hele regio nu en over 30 jaar, omdat we meebewegen, flexibel zijn en altijd dichtbij en sociaal blijven. Vanuit win-win denken bouwen we de toekomst van de zorg.

Adviezen

  1. Zorgcampus van de toekomst. Breng de zorg, het onderwijs, bedrijven en technologie samen in één centrum. Laat studenten, sociale bedrijven en zorgverleners er samen leren, ontwikkelen en verbeteren.
  2. Win-win als uitgangspunt: vernieuw slim én sociaal. Denk in oplossingen, niet in problemen. Gebruik wat er al is. Maak koppelpunten waar mensen, kennis en vragen samenkomen. Werk samen met technologiebedrijven en leer van goede voorbeelden – ook buiten de zorg.
  3. Zorgtechnologie die mensen versterkt en de zorg ontlast: gebruik technologie die mensen echt versterkt. Denk aan digitale zorgmaatjes, thuismonitoring, keuzenhulpen of vertaalhulpen. Laat iedereen oefenen in een veilige leeromgeving. Laat zorgprofessionals technologie gebruiken in de samenwerking. Maak gebruik van robotchirurgie of van AI, bijvoorbeeld bij diagnosestelling of administratietaken, waar dit kan. Zo blijft er meer tijd voor het gesprek.
  4. Organiseer het anders, werk samen. Laat zorgorganisaties, onderwijsinstellingen en bedrijven sámen werken aan een nieuw zorgconcept. Zorg dat winst terugvloeit naar de zorg en scholing.
  5. Begin gewoon ergens. Start op een plek – een afdeling of wijk. Probeer, leer en verbeter. Betrek inwoners, studenten en zorgprofessionals. Bundel ieders kennis en ervaring.
  6. Denk in scenario’s. We weten niet precies wat er komt: vergrijzing, personeelstekorten, technologische veranderingen. Juist daarom moeten we meerdere toekomstbeelden verkennen. Zo blijven we voorbereid en kunnen we keuzes maken die passen bij wat Twente nodig heeft – nu én later.
Twente kan koploper zijn, als we samen durven denken én doen.

3.7
Doel 7

Omzien naar elkaar: zorg doen we samen

Zorg is niet iets wat je alleen krijgt. Het is iets dat we samen doen. Als inwoners willen we duidelijkheid, de mogelijkheid om mee te denken over keuzes en goede ondersteuning in ons dagelijks leven. We willen ook ruimte en waardering voor mantelzorgers. Zo bouwen we samen aan een zorgcultuur van solidariteit – waarin we met elkaar verantwoordelijkheid dragen voor gezondheid en welzijn.

Adviezen

  1. Zorg is samenwerking. Werk samen met inwoners, mantelzorgers en collega’s binnen én buiten het ziekenhuis. Ken elkaar, overleg met elkaar en maak gebruik van elkaars kennis. Maak ruimte voor samenspel – zorg voor samenwerking in twee richtingen.
  2. Gebruik de kennis van de omgeving. Zie ervaringsdeskundigen, naasten en collega’s in de ggz, ouderenzorg of gehandicaptenzorg als waardevolle hulpbronnen. Hun kennis komt voort uit ervaring en nabijheid.
  3. Verbind ziekenhuiszorg en het dagelijks leven. Werk samen met mensen in de wijk – zoals sociaal makelaars, noabers of dorpsondersteuners. Zij kunnen helpen bij voorbereiding en herstel.
  4. Help mensen regie te nemen. Zorg dat informatie duidelijk is en makkelijk te vinden. Help inwoners om mee te denken en keuzes te maken over hun gezondheid en kwaliteit van leven. Bijvoorbeeld met uitleg, trainingen of een persoonlijke kaart, waarop staat wat voor hen belangrijk is: ook bij voorbereiding op opname of ontslag.
  5. Steun mantelzorgers vanaf het begin. Bied één herkenbare plek in het ziekenhuis voor hulp, informatie en ontmoeting. Laat ook mantelzorgers elkaar ondersteunen.
  6. Betrek mensen bij keuzes. Niet alleen bij grote beslissingen, maar ook in het dagelijks contact.
  7. Maak het overzichtelijk – verbind in het netwerk, maak geen extra loketten. Verbind bestaande netwerken en loketten slim met elkaar. Maak samen heldere afspraken, zodat iedereen weet bij wie je waarvoor terechtkunt. Dat helpt de inwoner én de professional.

3.6
Doel 6

Gezonde levensstijl en vroeg signalering (preventie als middel)

We merken steeds vaker dat voorkomen beter is dan genezen. Dat lukt alleen als we problemen op tijd herkennen, elkaar begrijpen en beter samenwerken. Gezondheid gaat niet alleen over het lichaam, maar ook over vertrouwen, de omgeving en wat iemand zelf (nog of weer) kan. Daarom willen we samen kijken wat nodig is en niet wachten tot het misgaat. Hierbij speelt ook het ziekenhuis een belangrijke rol. Door eerder mee te kijken en mee te denken, kunnen klachten eerder worden voorkomen of aangepakt. Zo voorkomen we dat de zorg vastloopt.

Adviezen

  1. Signaleer op tijd, dichtbij huis en houd de lijnen kort.
  2. Verbind de zorg met het dagelijks leven. Combineer medische zorg met ondersteuning thuis, mantelzorg en technologie. Zo sluiten de zorg en het gewone leven beter op elkaar aan.
  3. Kijk breed naar de mens. Let niet alleen op medische klachten, maar ook op iemands sociale situatie, omgeving en wie er al betrokken zijn. Kijk waar verbindingen te maken zijn die echt helpen – voor de inwoner én de zorgverlener. Help mensen niet alleen om gezonde keuzes te maken, maar ook om die vol te houden. Dáár zit de kern.
  4. Verplaats zorg als het kan. Kijk samen wat met advies van het ziekenhuis ook buiten het ziekenhuis kan, met goede ondersteuning. Denk ook aan wat vooraf of rondom een behandeling al preventief kan worden gedaan.
  5. Werk meer samen aan preventie – iedereen doet mee. Voorkom dat mensen zeggen: “Dat is mijn taak niet.” Bundel kennis en krachten over de hele lijn – in zorg, welzijn, onderwijs, werk en buurt.
  6. Behoud en bouw voort op wat werkt zoals de blue zones. Houd vast aan wat al bijdraagt aan positieve gezondheid in het ziekenhuis, zoals nu bij ZGT. Breid dat waar mogelijk uit.
  7. Investeer in ‘fit naar de zorg’. Gebruik methodes zoals Fit for surgery: samen werken aan een goede voorbereiding op een opname of operatie. Dat helpt mensen fitter het ziekenhuis in te gaan én sneller weer naar huis te gaan.

3.5
Doel 5

Behoud van genoeg zorgverleners en fijn werk

Als inwoners willen we dat zorgverleners hun werk goed en met plezier kunnen doen. Minder regels, meer vertrouwen en goede samenwerking helpen daarbij. Het is belangrijk om te investeren in leren en omscholen – binnen en buiten de zorg. Zo blijven mensen in de zorg werken en kiezen ook nieuwe mensen voor dit werk. Als patiënten goede ondersteuning krijgen, kunnen ze meer zelf doen. Dat helpt hén én verlicht de druk op de zorg.

Adviezen

1. Werk mensgericht en samen
  • Geef inwoners regie en de ondersteuning die past bij hun situatie.
  • Werk samen in de regio en over de grens, zonder onnodige concurrentie.

2. Minder regels, meer ruimte
  • Betrek zorgverleners bij het verbeteren van processen.
  • Schrap regels die niet nodig zijn en geef zorgverleners vertrouwen.
  • Laat zorgverleners doen waar ze goed in zijn: goede zorg verlenen, zonder te veel bijzaken.

3. Slimmer werken en leren
  • Gebruik digitale hulp. Zet hybride zorg en digitale platforms slim in om kennis te delen en werk te besparen. Gebruik ook AI voor slimme personeelsplanning.
  • Zet zorgverleners zoals verpleegkundig specialisten breder in, zodat ze flexibel kunnen werken. Dat geeft meer ruimte en flexibiliteit in wie wat doet.
  • Gebruik technologie zoals AI, spraakherkenning en dashboards die direct informatie geven. Dat bespaart tijd en maakt gesprekken prettiger – minder typen, meer contact.
  • Zorg dat informatie voor inwoners duidelijk en herkenbaar is en makkelijk te delen in de regio.
  • Maak systemen eenvoudiger. Laat mensen zelf informatie opzoeken en bijvoorbeeld afspraken plannen.

4. Investeer in mensen
  • Zorg dat mensen kunnen leren en doorgroeien, ook tijdens hun werk.
  • Trek nieuwe collega’s aan van buiten de zorg, denk aan herintreders of mensen uit het buitenland.
  • Wissel personeel flexibel uit tussen zorgorganisaties en werf samen nieuwe medewerkers.
  • Organiseer buddysystemen.
  • Laat medewerkers – en hun partners – ambassadeurs worden van de regio én van het werken in de zorg.

3.4
Doel 4

Beschikbaar houden van planbare zorg/complexe zorg of situatie

Als inwoners willen we dat de zorg duidelijk, goed afgestemd en menselijk blijft. Niet alles hoeft dichtbij of op een ziekenhuislocatie te zijn, als we maar weten waar we aan toe zijn. De druk op de zorg is hoog. Daarom is het belangrijk om tijd, mensen en middelen slim te gebruiken. Help ons om dingen zelf te kunnen doen, dat geeft ons meer regie en zorgt voor meer ruimte in de zorg. Vertel duidelijk wat er verandert en waarom. En leer van wat goed gaat, ook buiten Nederland. Door te laten zien wat wél goed werkt, groeit het vertrouwen.

Adviezen

1. Toekomstbestendige zorg dichtbij
  • Zorg voor herkenbare aanspreekpunten en duidelijke routes binnen én buiten het ziekenhuis. (zie ook Doel 2.)
  • Kijk verder dan alleen de medische kant. Bespreek medische én sociale vragen meteen bij het eerste contact of bij een beoordeling door de arts.
  • Bereid mensen goed voor op planbare zorg. Geef heldere informatie en bied passende ondersteuning.
  • Voorkom dat mensen tussen wal en schip vallen. Bespreek op tijd welke hulp of sociale steun nodig is om snel te herstellen – en vraag na of iemand die steun al heeft.
  • Investeer in mantelzorg en netwerkzorg, zodat mensen langer zelfredzaam blijven. Zorg voor een warme verwijzing naar plekken die daarbij helpen, zoals de voorzorgcirkel, een sociaal makelaar of een steunpunt voor mantelzorgers (zie ook Doel 7).
  • Denk vooruit. Ontwikkel nu al de zorg voor situaties die straks vaker voorkomen, bijvoorbeeld oogzorg.

2. Zorg die anders durft te denken en doen
  • Verbind zorg met het dagelijks leven. Koppel ziekenhuiszorg aan wat mensen thuis nodig hebben. Doe dat niet zelf, open geen nieuw loket, maar werk slim samen met anderen. Verwijs mensen naar hun sociale netwerk of mantelzorg als dat kan.
  • Wees duidelijk over wat het ziekenhuis wél en niet kan bieden. Leg helder uit wat mogelijk is en wat niet – en help mensen verder met een goede verwijzing. Dat geeft vertrouwen en voorkomt verwarring.
  • Zet digitale zorg slim in. Gebruik bijvoorbeeld beeldbellen, thuismeting of monitoring om reizen te voorkomen. Leg goed uit hoe het werkt en controleer of mensen het begrijpen.
  • Laat mensen doen wat ze zelf kunnen, met hulp waar nodig. Stimuleer eigen regie met goede voorbereiding en begeleiding. Verwijs vanuit de spreekkamer door naar passende ondersteuning. Kijk niet alleen naar de klacht, maar naar de mens als geheel.

3. Zorg die past bij de situatie van de patiënt
  • Geef mensen bij complexe zorg één vast aanspreekpunt. Maak ook duidelijk wie de hoofdbehandelaar is.
  • Voorkom onnodige ziekenhuisbezoeken als iets ook thuis of digitaal kan.
  • Help mensen bij het gebruik van digitale middelen, vooral als zij extra steun nodig hebben.

3. Slim samenwerken en zorg goed verdelen
  • Blijf samenwerken tussen MST, ZGT, de regio en Duitsland.
  • Zorg dat digitale systemen beter op elkaar aansluiten – ook internationaal.
  • Breng zorg samen op één plek als dat helpt en bespreek vooraf de gevolgen samen met betrokkenen.

3.3
Doel 3

Beschikbaar houden van spoedzorg en verloskunde

Als inwoners vinden wij het belangrijk dat spoedzorg en verloskunde goed geregeld zijn: snel, duidelijk en dichtbij als het nodig is. Vooral in Noord-Twente maken we ons zorgen over de afstand tot zorg. We denken graag mee over oplossingen die de zorg menselijker maken en minder belastend, voor inwoners én voor zorgverleners.

Adviezen

1. Spoedeisende hulp (SEH) op maat
  • Maak duidelijk wat wél en geen spoed is. Gebruik filmpjes en eenvoudige uitleg, zodat wij betere keuzes kunnen maken.
  • Laat ons meedenken: wat helpt ons om niet onnodig naar de spoedpost te gaan? En wat is voor ons een goed alternatief?
  • Leg goed uit hoe triage werkt. Vertel waarom we soms moeten wachten of worden doorverwezen.
  • Zorg dat we ons begrepen voelen. Spreek begrijpelijke taal en controleer of we het snappen.
  • Gebruik slimme technologie zoals systemen die vragen stellen en antwoorden geven in meerdere talen.
  • Werk samen als één team. Huisartsenpost, ambulance, GGZ en SEH kunnen dubbel werk voorkomen als ze beter afstemmen.
  • Gebruik één systeem zodat alle zorgverleners dezelfde informatie hebben en ons beter kunnen helpen.
  • Let op de bereikbaarheid, vooral in dorpen en in Noord-Twente. Kijk bij triage ook of vervoer een probleem is.
  • Investeer in personeel. Zorg dat het aantrekkelijk blijft om in de zorg in Twente te werken.
  • Voorkom spoed als dat kan. Gebruik thuismetingen, slimme horloges of apps die problemen vroeg signaleren.
  • Houd aandacht voor de menselijke maat, ook als de zorg wordt geconcentreerd. Persoonlijk contact blijft voor ons belangrijk.

2. Verloskunde zonder verrassingen
  • Bespreek vooraf wat onzeker kan zijn. Duidelijkheid en rust van tevoren geven vertrouwen.
  • Werk als één team: van kraamzorg tot ziekenhuis.
  • Evalueer thuisbevallingen samen. Kijk eerlijk naar wat veilig, haalbaar en bereikbaar is – vooral als de zorg wordt geconcentreerd.

3. Ambulancezorg op maat en samenwerking
  • Laat zorg al thuis beginnen als dat kan. Denk aan beeldbellen of hulp van een verpleegkundig specialist.
  • Zorg voor directe zorg op de juiste plek. Liever iets verder reizen dan onnodig wachten.
  • Bied passende zorg in de laatste levensfase. Een palliatief team kan soms beter passen dan een ambulance.
  • Gebruik vervoer op een slimme manier zoals een medium-care ambulance of ander passend vervoer wanneer dat kan of nodig is.
Specifiek vanuit persona’s

Inwoners geven aan, dat ze bij spoedzorg vooral behoefte hebben aan zekerheid, duidelijkheid en vertrouwen. Ze willen niet alleen snelle medische hulp, maar ook iemand die naast hen staat en uitlegt wat er gebeurt. Zorg moet begrijpelijk zijn, bereikbaar en passen bij de situatie. Bespreek vooraf wat mogelijk is. Houd rekening met taal en geef mensen in een kwetsbare situatie één vast aanspreekpunt – iemand die meedenkt, de weg wijst en overzicht geeft. En kijk verder dan alleen spoedzorg. Probeer de kwetsbare situatie te verbeteren, waar dat kan.

3.2
Doel 2

Iedereen toegang tot de zorg, zonder drempels (fysiek, financieel, (digi) taal en vervoer)

Als je zorg nodig hebt, moet die beschikbaar, bereikbaar en begrijpelijk zijn. Toch is dat voor veel mensen nu nog te ingewikkeld. Reizen, informatie vinden of hulp regelen lukt niet altijd – zeker niet, als je al veel aan je hoofd hebt. Daarom is het belangrijk om plannen te maken samen met de mensen om wie het gaat. Vraag regelmatig wat beter kan, en verbeter dat ook. Gebruik het VN-verdrag Handicap (vooral artikels 5 en 9) om drempels te herkennen én weg te nemen – fysiek, financieel, digitaal, in taal of vervoer.

Adviezen

1. Zorg dat mensen het ziekenhuis goed kunnen bereiken
  • Kijk naar de hele regio: spreid de zorg waar dat kan, en bundel waar dat nodig is om de zorg beschikbaar te houden.
  • Kijk naar wat bereikbaar is voor iedereen in de regio en niet alleen naar waar een gebouw nu staat.
  • Vervoer regelen hoort bij goede zorg – net als medicatie of nazorg. Help mensen om vervoer te regelen, bijvoorbeeld via een app, bij de balie of met een overzicht dat op elke poli te gebruiken is.
  • Werk samen met vrijwilligers of chauffeurs. Denk aan buddyvervoer: van huiskamer naar spreekkamer. Of aan speciaal vervoer voor bepaalde doelgroepen.
  • Zorg voor duidelijke bushaltes, parkeerplekken en looproutes in en rond het ziekenhuis.
  • Kijk samen met inwoners of pendelbussen nodig zijn, bijvoorbeeld tussen MST en ZGT.
  • Maak samen een plan voor bereikbaarheid – met gemeenten, zorgverzekeraars en de provincie.

2. Voorkom reizen als dat niet nodig is
  • Bied digitale zorg aan als dat kan en wenselijk is. Dat geeft mensen meer regie en voorkomt onnodig reizen van huiskamer naar spreekkamer.
  • Combineer slimme vormen van zorg op locatie en online contact.
  • Bedenk samen met patiënten oplossingen voor mensen die moeite hebben met reizen.

3. Haal drempels weg rond taal, geld,digitale middelen en informatie
  • Maak één duidelijk platform voor communicatie zodat iedereen weet waar hij terecht kan.
  • Gebruik eenvoudige taal in brieven en gesprekken. Ontwikkel die samen met inwoners en test ze in de praktijk. Gebruik waar mogelijk AI-hulpmiddelen (zie ook Doel 1.4).
  • Verwijs actief door bij vragen, die niet over zorg gaan zoals geldzaken of sociale problemen. Denk aan sociaal raadslieden of welzijnswerk. Zorg dat medewerkers de sociale kaart goed kennen en er makkelijk mee kunnen werken. Organiseer dit per afdeling of ziekenhuis breed.
  • Maak de weg in het ziekenhuis duidelijk. Gebruik duidelijke borden, heldere uitleg en filmpjes die mensen thuis alvast kunnen bekijken.
  • Organiseer regelmatig een ‘niet-patiënt-safari’. Loop met patiënten mee alsof je geen zorgverlener bent om drempels te ontdekken en aan te pakken.

4. Spreek duidelijk en met respect
  • Leg rustig uit wat iemand kan verwachten en waarom.
  • Wees nieuwsgierig, niet veroordelend. Stel vragen met een open houding.
  • Kijk verder dan alleen gedrag. Zie de mens erachter, met zijn of haar dagelijks leven, verleden, cultuur of onwetendheid.
  • Geef zorgverleners de ruimte om hun aanpak af te stemmen op de persoon die voor hen zit.

5. Verbind zorg met sociale ondersteuning
  • Werk samen met mantelzorgers, casemanagers, ervaringsdeskundigen en sociale hulpverleners.
  • Breid digitale infopunten uit met informatie over sociale ondersteuning en contactpersonen. Denk aan de voorzorgcirkel of een sociaal makelaar. Zo komt de juiste vraag op de juiste plek, krijgt iemand sneller hulp en wordt de zorg minder belast: een win-winsituatie voor iedereen.

3.1
Doel 1

Goede zorg door samenwerking met zorgverleners, patiënten en naasten

Goede zorg ontstaat als we samenwerken: als inwoner, als naaste en als zorgverlener. Veel gaat al goed, maar soms gaat het nog mis. Informatie is onduidelijk, mensen moeten hun verhaal steeds opnieuw vertellen en/of de afstemming ontbreekt. Als we helder communiceren en goed samenwerken, ontstaat zorg die deskundig is, aandacht geeft en écht helpt.

Adviezen

1. Communiceer duidelijk en begrijpelijk: zie de patiënt als partner
  • Gebruik eenvoudige taal, ook als het gaat over het lichaam of medische onderwerpen.
  • Ondersteun het gesprek met hulpmiddelen zoals apps, filmpjes of AI-tools.
  • Geef ruimte voor vragen en zorg voor een gelijkwaardig gesprek.
  • Bied hulp bij het kiezen (keuzenhulp) afgestemd op iemands voorkeuren.
  • Help mensen om regie te nemen waar dat kan. Controleer ook altijd of ze het begrijpen en of het bij hen past.

2. Deel gegevens en bied overzicht
  • Werk met één duidelijk medisch dossier dat toegankelijk is voor zowel de inwoner als de zorgverlener.
  • Kijk binnen de privacyregels naar wat wél kan – er is vaak meer mogelijk dan je denkt.

3. Verbeter de samenwerking binnen, tussen en buiten ziekenhuizen
  • Maak tijd om goed af te stemmen, binnen én buiten het ziekenhuis.
  • Werk samen met andere ziekenhuizen, huisartsen, wijkzorg en mantelzorgers.
  • Zoek naar samenwerking binnen de regio, daarbuiten én over de grens als dat kan.

4. Maak meer ruimte voor de patiënt
  • Praat mét mensen, niet over hen. Betrek de omgeving en ervaringsdeskundigen.
  • Gebruik ‘Laat OMA thuis’: laat je Oordeel, Mening en Aannames los.
  • Werk met LVSD: Luisteren, Vragen, Samenvatten, Doorvragen.
  • Bespreek ook wat níet behandelen betekent en welke palliatieve zorg of begeleiding daarbij past.
  • Gebruik spraaktechnologie om informatie begrijpelijk samen te vatten. Zo blijft het gesprek persoonlijk, zonder afleiding van een scherm.
  • Als zorgverlener hoef je het niet alleen te weten of te doen. Betrek ook anderen die de vraag, de mens en diens omgeving goed kennen.

5. Zorg voor goed geïnformeerde zorgverleners
  • Zorg voor bijscholing over zowel medische onderwerpen als de sociale omgeving (zoals via de sociale kaart), zodat zorgverleners breder kunnen kijken.
  • Werk zoveel mogelijk op dezelfde manier. Dat zorgt voor herkenning.

6. Betrek mensen die de inwoner goed kennen
  • Zorg dat je de mensen om iemand heen kent zoals naasten, begeleiders en ervaringsdeskundigen.
  • Vraag als zorgverlener gerust om hun advies – je hoeft het niet alleen te weten of te doen.
  • Zoek samen naar een aanpak die past, ook buiten je eigen sector.

2.11

Fatima (48)

Moeder met vier jonge kinderen in een opvanglocatie.

Fatima spreekt niet goed Nederlands, woont in een asielzoekerscentrum en heeft ernstige buikpijn. Ze voelt zich vaak gestrest omdat ze alles alleen moet regelen. Haar situatie is heel kwetsbaar. Haar verhaal laat zien hoe belangrijk het is dat zorg ook praktische ondersteuning biedt, met aandacht voor taal, leefsituatie, andere cultuur en emotionele belasting.

2.9

Hannah (53)

Eenzame vrouw zonder netwerk en hersenletsel.

Hannah woont alleen en heeft problemen met haar geheugen en concentratie door Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). Ze begrijpt medische termen moeilijk. Door haar hersenletsel en eenzaamheid komt ze steeds meer alleen te staan. Haar situatie laat zien dat zorg toegankelijk moet zijn voor iedereen, via duidelijke communicatie en een vast aanspreekpunt.

2.8

Hennie (32)

is een jonge vrouw die hulp vermijdt, met mogelijke psychische problemen.

Hennie heeft gezondheidsproblemen, maar wil niet snel naar de dokter. Ze heeft ook mogelijk psychische problemen. Haar situatie wordt slechter door het vermijden van hulp. Hennie is geholpen met psychologische ondersteuning en goede informatie over mogelijke zorg.

2.7

Youssef (58)

is een patiënt met kanker.

Youssef moet vaak naar het ziekenhuis voor zijn behandelingen. Dat kost hem veel tijd en geld. Door zijn gezondheidsproblemen en zorgen voelt hij zich emotioneel en lichamelijk moe. Dat maakt het dagelijkse leven extra lastig. Hij heeft hulp en begeleiding nodig bij zijn zorgtraject, zowel fysiek als mentaal.

2.6

Bram (23)

is een jonge man met ongezonde leefstijl.

Bram beweegt niet genoeg, rookt en eet en drinkt veel ongezonde dingen. Zijn keuzes vormen een groot risico voor zijn gezondheid nu en de toekomst. Zijn situatie laat zien dat het belangrijk is om mensen te helpen gezonder te leven.

2.5

Femke (13)

is eenkind en leeft in een arm gezin.

Haar beide ouders hebben een lagere opleiding gehad en hebben niet veel geld. Femke haar gezondheid wordt beïnvloed doordat ze niet altijd genoeg te eten krijgt en ze heeft moeilijkheden op school omdat haar ouders haar niet goed kunnen ondersteunen. Haar verhaal laat zien dat je hulpmoet geven op meerdere gebieden, om gezondheid te vergroten.

2.4

Geert (61)

staat ingepland voor een operatie.

Hij moet een kunstknie laten vervangen na aanhoudende problemen. Geert komt niet vaak in het ziekenhuis, maar als het nodig is wil hij heel goede zorg en snel geholpen worden.

2.3

Truus (52)

heeft vaak hartklachten, dit maakt haar onzeker.

Truus krijgt vaak plotseling klachten aan haar hart en moet dan snel geholpen worden. Ze heeft snel de juiste zorg en tests nodig. Haar verhaal laat zien dat het belangrijk is dat mensen met spoedeisende klachten snel geholpen worden.

2.2

Bennie (86)

is oud en woont alleen thuis, hij heeft dementie en diabetes.

Hij moet vaak naar het ziekenhuis. Hij woont alleen en krijgt hulp van een mantelzorger. Omdat Bennie steeds meer vergeet, wordt zijn gezondheid slechter. Zijn situatie laat zien dat er speciale zorg nodig is voor oudere mensen met meerdere gezondheidsproblemen.

2.1

Mieke (58)

Is langdurig ziek en heeft het financieel en sociaal minder makkelijk.

Mieke is langdurig ziek door haar longziekte COPD. Ze heeft moeite om naar het ziekenhuis te gaan voor haar behandelingen omdat ze weinig geld heeft. Haar verhaal laat zien hoe belangrijk het is dat iedereen makkelijk toegang heeft tot zorg en preventie, vooral voor mensen in kwetsbare situaties.

3

8 Doelen met adviezen

De inwoners geven de zorg in Twente acht duidelijke doelen met adviezen mee. Ze gaan niet alleen over de ziekenhuizen, maar over dehele zorg in Twente. Deze doelen en adviezen vormen de kern van deze uitgave. 

 

Doel 1: Goede zorg doorsamenwerking met zorgverleners, patiënten en naasten

Doel 2: Iedereen toegang tot de zorg, zonder drempels (fysiek, financieel, (digi) taal en vervoer

Doel 3: Beschikbaar houden van spoedzorg en verloskunde

Doel 4: Beschikbaar houden van planbare zorg/complexe zorg of situatie

Doel 5: Behoud van genoeg zorgverleners en fijn werk

Doel 6: Gezonde levensstijl en vroeg signalering (preventie als middel)

Doel 7: Omzien naar elkaar: zorg doen we samen

Doel 8: Out-of-the-box idee: maak onze regio dé plek voor de zorg van de toekomst

2

Persona's

Tijdens de dialoog keken we mee door de ogen van verschillende persona’s – mensen met verschillende achtergronden, situaties en zorgbehoeften. Hun verhalen lieten ons zien hoe zij zorg echt ervaren: niet als losse afspraken of loketten, maar als iets dat direct raakt aan het dagelijks leven.

De inzichten die we hieruit haalden, hebben vaak met meerdere doelen tegelijk te maken. Daarom noemen we ze apart. Ze laten zien wat mensen nodig hebben om zorg echt toegankelijk, begrijpelijk en helpend te maken –los van leeftijd, aandoening of situatie.

Hieronder delen we de belangrijkste lessen, als uitnodiging om samen de zorg beter te organiseren.

1

Aanleiding en proces

Waarom organiseerden de ziekenhuizen dialoog bijeenkomsten?
De zorg staat onder druk. Mensen worden steeds ouder waardoor de vraag naar zorg toeneemt. Tegelijk gaan veel zorgverleners met pensioen en zijn er te weinig mensen om hun werk over te nemen. Dat is een dubbel probleem. Ook komen er vragen bij het ziekenhuis terecht die misschien beter op een andere plek beantwoord kunnen worden. Daarom is het belangrijk om samen na te denken over: hoe zorgen we ervoor dat goede zorg beschikbaar blijft voor iedereen die dat nodig heeft?

Waarom samen denken?
MST en ZGT willen samen aan een oplossing werken voor de vraag: hoe blijft de zorg goed en bereikbaar, nu en in de toekomst? Ze besloten iets nieuws te doen: inwoners, medewerkers, zorgpartners, gemeenten en zorgverzekeraars mee laten denken over de uitdaging én oplossingen. Niet vanuit cijfers of modellen, maar over één grote vraag: hoe ziet de zorg eruit die we willen doorgeven aan onze (klein)kinderen?

Gezamenlijke wijsheid
Als de ziekenhuizen beter gaan samenwerken, kunnen sommige problemen opgelost worden. Maar dat is niet genoeg. MST en ZGT willen samen met anderen de ziekenhuiszorg in Twente opnieuw bedenken. We zijn gestart met de vraag. “Hoe ziet de zorg er over 20 jaar uit? Wat moet dichtbij blijven, wat kan anders?” De ideeën van betrokken inwoners en andere partijen helpen om dat beeld te vormen.

Wie hebben mee gedaan?
De zorg gaat ons allemaal aan. Daarom hebben MST en ZGT zoveel mogelijk mensen bij dit proces betrokken. In januari tot en met juli 2025 organiseerden zij verschillende, aparte dialoogbijeenkomsten met:

  • Medewerkers van MST en ZGT
  • Inwoners van Twente
  • Zorgpartners in de regio
  • Gemeenten in Twente
  • De zorgverzekeraars

De resultaten van deze bijeenkomsten worden gekoppeld en samengevoegd.

Inwonersdialogen
De dialogen met inwoners hebben op drie manieren plaatsgevonden. Immers, hoe meer mensen meedenken, hoe beter het advies aan de ziekenhuizen. Er waren:

  1. Vijf grote dialoogbijeenkomsten met 75 inwoners
  2. Gesprekken met de ‘zachte stemmen’, kleine gesprekken met mensen die niet met de grote bijeenkomsten mee willen of kunnen doen
  3. Een digitale dialoog met alle Twentenaren

Vijf grote dialoogbijeenkomsten met 75 inwoners
In deze bijeenkomsten werkten we in vijf stappen aan een advies voor de ziekenhuizen:

  1. 13 februari 2025 – Inwoners deelden hun wensen, zorgen en ideeën over de toekomst van de ziekenhuizen
  2. 13 maart 2025 – We bundelden de zorgen en ideeën en maken er thema’s en vragen van
  3. 17 april 2025 – Experts deelden hun kennis, dachten mee en vulden de ideeën aan
  4. 15 mei 2025 – We dachten na over de zorg vanuit het perspectief van verschillende typen inwoners (persona’s)
  5. 5 juni 2025 – We maken van alles één geheel, één advies aan de ziekenhuizen

In totaal meldden zich 200 inwoners aan voor de grote dialoogbijeenkomsten. Daaruit zijn 75 mensen geselecteerd om mee te doen. Deze groep is samengesteld op basis van leeftijd en woonplaats, zodat Twente zo goed mogelijk vertegenwoordigd is. De inwoners die meededen, komen uit de gemeenten: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden.

Gesprekken met de ‘zachte stemmen’
Ook hebben we gesproken met mensen die niet naar de grote bijeenkomsten konden of wilden komen. Denk aan dak- en thuislozen, ouderen in een kwetsbare positie, mensen met een migratieachtergrond, mensen met een beperking of een taalachterstand. Zij zijn op een voor hun vertrouwde plek bevraagd in kleine gesprekken.

Een digitale dialoog met alle Twentenaren
Via een online vragenlijst hebben we onderzocht wat inwoners belangrijk vinden. Alle Twentenaren konden hier hun mening en ideeën delen. Waar maken zij zich zorgen over? Wat vinden zij dat moet veranderen? Er hebben meer dan 1000 mensen gereageerd. Al deze input is geanalyseerd en gebruikt in de grote bijeenkomsten.

3

Puzzelstukken

test

5

Transformatie Palliatieve Zorg

test

4

Netwerken Palliatieve Zorg

test

3.8
Thema

Passende financiering

test

3.7
Thema

(Digitale) gegevensuitwisseling

test

3.6
Thema

Kwaliteit & informatie

test

3.5
Thema

Deskundigheid

test

3.4
Thema

Maatschappelijke bewustwording

test

3.3
Thema

Proactieve zorgplanning

test

3.2
Thema

Coördinatie & continuïteit van zorg

test

3.1
Thema

Aandacht voor patiënt en naasten

test

6
Strategische agenda; Samen zorgvuldig en zelfbewust keuzes maken

Waar doen we het voor?

In de gemeente Kampen geven we onze leefomgeving samen kleur. Nu er veel complexe vraagstukken spelen, lopen deze kleuren steeds meer in elkaar over. Om niet in grijs gebied te belanden, moeten we keuzes maken. Zorgvuldig en zelfbewust. Daarbij benutten we de kracht van onze inwoners, omgeving en regio. We gaan met belangrijke thema’s aan de slag op basis van veertien opgaven in de strategische agenda. Deze opgaven komen samen in drie stromen, die onze couleur locale vormen. Ze lopen, net als de IJssel, dwars door de gemeente. En zijn voor iedereen van betekenis. (https://www.praatplaat.visueleverbinders.nl/praatplaten/strategische-agenda-gemeente-kampen)

In deze praatplaat vertellen wij hoe wij van waarde zijn. Wat doen wij dagelijks om dat waar te maken?

5
Uitgangspunt 4

Wij communiceren open en duidelijk met onze inwoners

Sophie (22) is een echte Kampense. Ze is hier geboren en ging hier naar school. Na de middelbare school studeerde ze in Zwolle. Op kamers gaan was dus niet nodig. De vriendinnen van Sophie wonen ook allemaal nog in Kampen of komen regelmatig terug. Ze is actief bij de volleybalvereniging; als speelster en als trainer voor de jeugd. En ze staat er graag achter de bar. Inmiddels is Sophie klaar met haar opleiding. Ze heeft een leuke fulltimebaan op een middelbare school in de buurt. Het is een half uurtje rijden en soms kan ze meerijden met collega’s. Sophie wil graag op zichzelf wonen, maar dan natuurlijk wel ergens in Kampen. Ze staat al twee jaar ingeschreven voor eenhuurwoning, maar ze vist steeds achter het net. Ze is te jong, inkomen te laag of te hoog of er zijn mensen met meer voorrang. Sophie woont met haar ouders op een boerderij. Haar ouders willen hun dochter graag tegemoetkomen door een extra woon-unit op hun erf te plaatsen. Dit moet wel mooi en netjes. Later, als ze eraan toe zijn, kunnen zij daar dan zelf gaan wonen. Sophie, of één van de andere kinderen, kan dan in het grote huis wonen.Sophie en haar vader duiken in het proces om dit plan mogelijk te maken, maar zo gemakkelijk is dat nog niet. Sophie ziet op social media een uitnodiging voor een informatieavond over het bouwen van een tweede woning op een bestaand adres. Ze besluit hier samen met haar vader naartoe te gaan. 

Na een korte presentatie krijgt Sophie de gelegenheid om haar eigen situatie voor te leggen aan een medewerker van de gemeente. Samen bekijken ze de plannen en Sophie krijgt antwoord op veel van haar vragen. Of het echt gaat lukken met die woningvoor Sophie, dat is nog even de vraag. Maar zoveel duidelijke antwoorden op één avond – dat helpt. Het karaktervan “Kampen hartelijke Hanzestad” laten we zien door de manier waarop wij communiceren, handelen en onze dienstverlening vormgeven. Wij richten ons stadhuis zo in dat iedereen zich welkom voelt en dat het een prettige plek is om te zijn. We richten onze dienstverlening zo in dat iedereen zich geholpen en gehoord voelt. 

Binnen dit uitgangspunt richten we ons op de volgende elementen:

  • We reageren op tijd, vriendelijk en begrijpelijk als een inwoner ons benadert.
  • We communiceren in duidelijke taal. We zijn er voor alle Kampenaren. Daarom passen we onze communicatie aan op de diversiteit in de samenleving, hoe groot of hoe klein deze groepen ook zijn. Dat geldt ook voor het verschil in digitale vaardigheden.
  • We richten het stadhuis in op een manier dat deze warm en welkom voelt voor iedereen.
  • We zijn duidelijk in wat wel en niet kan. We leggen onze keuzes uit.
  • Het is duidelijk voor inwoners wat we van hen verwachten en hoe ze iets moeten doen (een aanvraag indienen bijvoorbeeld).Zo kunnen inwoners zelfstandig gebruikmaken van onze dienstverlening.

4
Uitgangspunt 3

Het vraagstuk bepaalt onze werkwijze en gebied

Rayan (36) werk tin ploegendienst, zijn werkschema is daardoor heel wisselend. Rayan en zijn vrouw Yasmine hebben drie kinderen. De jongste (4) is geboren met eenbeperking. Hij moet binnenkort naar school, maar hoe en waar is de vraag. Rayan en zijn vrouw werken alle twee; Rayan full time en zijn vrouw 3,5 dag per week. Het is lastig om er tussen de bedrijven door voor de kinderen te zijn. Zeker als je niet zo goed thuis bent in ‘het zorglandschap’. Ze hebben ook veel afspraken over de zorg voor hun jongste. Gelukkig is er veel steun, bijvoorbeeld vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). En met hulp van de opa’s en oma’s komt de familie een heel eind. Helaas is onlangs bij Rayans moeder een nare ziekte vastgesteld. Zij zal binnenkort niet meer kunnen helpen, maar juist zelf hulp nodig hebben. Hoe het nu verder moet, daar kan Rayan soms wel van wakker liggen. Rayans buurvrouw stuurt via WhatsApp een foto door over een bijeenkomst van de gemeente. Het gaat om een informatie- en ontmoetingsavond voor ouders met kinderen op het speciaal onderwijs. Rayan en Yasmine zijn eigenlijk nog niet zover, maar besluiten toch naar de avond toe te gaan. Het blijkt dat er ook heelveel organisaties zijn die hen in de toekomst misschien wel kunnen helpen. En heel veel ouders die in ‘hetzelfde schuitje zitten’. Natuurlijk is niet zomaar alles geregeld, maar wat is het prettig om ervaringen van andere mensen te horen en te weten dat je niet alleen staat. Bovendien weten ze nu bij welke organisaties ze terecht kunnen. En dat dankzij een appje van de buurvrouw… 

Ieder vraagstuk is anders, ieder mens is anders en ieder gebied is anders. Die diversiteit is sturend in de manier waarop de gemeente Kampen werkt en de keuzes die gemaakt worden. Het vraagt van ons dat we niet werken volgens één bepaalde manier, maar onze werkwijze aanpassen als dat nodig is. Bij het bepalen van de werkwijze wordt gekeken naar de maatschappelijke opgave en de kenmerken van het gebied. We zijn in onze werkwijze afhankelijk van de samenwerking met andere partijen in de samenleving. Denk daarbij aan inwoners, maar ook aan de samenwerking met andere overheden, instellingen, dorps- en wijkgroepen en bedrijven. De noodzaak tot samenwerking vraagt om een gemeente die zich (nog meer) als partner gaat opstellen.

We maken kansen en uitdagingen van een vraagstuk inzichtelijk. Op basis daarvan bepalen we wat en wie er nodig is voor een oplossing. Partijen met een belang en een bijdrage worden betrokken. Het is een samenwerking die domein- en organisatieoverstijgend is. Als gemeente Kampen zijn we ook duidelijk in wat wij niet doen. We zijn kritisch op onze eigen rol en de rol van de samenleving: de gemeente Kampen ziet ook een rol voor de samenleving als het gaat om het benutten van de eigen kracht en het nemen van verantwoordelijkheid.  

Binnen dit uitgangspunt richten we ons op de volgende elementen:  

  • We werken als sociaal en fysiek domein meer samen. We doen aan integrale gebiedsontwikkeling. We verbinden ontwikkelingen binnen het sociaal domein (zoals het opzetten van lokale samenwerkingen, de sociale basis en creëren van leefbare wijken) en het fysiek domein (bijvoorbeeld rond wonen en de omgevingswet). We zijn omgevingssensitief.
  • We blijven werken aan onze dertien strategische opgaven.
  • We werken nog meer samen als het gaat om initiatieven in de leefomgeving van onze inwoners. Dit doen we niet alleenintern, maar ook met samenwerkingspartners en inwoners. Daarbij kunnen de onderwerpen per gebied verschillen.
  • We geven invloed aan inwoners en ruimtevoor initiatief. Daarnaast laten we ook de verantwoordelijkheid daar waar hij moet liggen. Dit betekent dat we kritisch zijn op onze eigen rol en hoe deze eruit moet zien.
  • We bieden ruimte voor nieuwe vormen van democratie in het kader van de Wet versterking participatie op decentraal niveau.  
  • We analyseren een vraagstuk aan de hand van data, kennis van professionals en inzichten van inwoners. Zo krijgen we kansen en uitdagingen in beeld. Daarnaast monitoren we of de gepleegde inzet bijdraagt aan het doel of dat bijsturing nodig is.
3
Uitgangspunt 2

Wij stellen de bedoeling centraal in ons werk

Rayan (36)woont met zijn gezin in een gezellige buurt. Er zijn veel kinderen en, vooral in de zomer, zijn de mensen veel buiten. Eén keer per jaar is er een gezellige wijk-barbecueen ook de buurt-app functioneert goed. Verschillende bewoners in de buurt zouden het fijn vinden als er bij de speeltuin ook plek is voor ouders om, terwijl de kinderen een balletje trappen, even te kunnen kletsen. Ze besluiten met elkaar een mooie stevige picknick-tafel te kopen en die bij de speeltuin neer te zetten. Het bevalt goed, die picknick-tafel. Maar het duurt niet lang voordat ze een brief van de gemeente krijgen dat dit niet zomaar kan. Het levert problemen op met grasmaaien en op langere termijn is het risico op verval en gevaarlijke situaties te groot: Wie is er dan aansprakelijk als er wat gebeurt? Teleurgesteld belt Rayan naar het stadhuis. Hij gaat in gesprek met de wijkverbinder van zijn wijk. Zij luistert naar zijn verhaal, is enthousiast over het initiatief en zegt toe er eens achteraan te gaan. Ze spreekt met de groenbeheerder. Samenkomen ze tot een mooi alternatief waar ook Rayan én zijn buren blij mee zijn. Het bankje blijft staan en grasmaaien – dat doen de buurmannen om de beurt gewoon even zelf. Nog gezellig ook!

Als gemeente Kampen hebben we een bedoeling bij de taken die we uitvoeren en het beleid dat we maken. Deze bedoeling stellen we centraal in de uitvoering van ons werk. Als we (aan)vragen krijgen van inwoners of beleid ontwikkelen, houden we voor ogen wat het maatschappelijke doel is. De leefwereld van onze inwoners is leidend, onze eigen processen en systemen zijn ondersteunend. Onze basishouding is “ja, mits”. Zo verhogen we de impact van ons beleid en uitvoering. Daarbij realiseren we ons dat we als gemeente verschillende rollen hebben. En dat signalen uit de samenleving niet altijd eenduidig zijn. De uitvoeringsruimte van dit uitgangspunt is daarom verschillend. Werken met de bedoeling centraal, betekent niet dat alles kan, ieder verzoek wordt ingewilligd, of een antwoord op eenvraag altijd “ja” is. 

Binnen dit uitgangspunt richten we ons op de volgende elementen:

  • We zijn nieuwsgierig naar de vraag achter de vraag van onze inwoners. We reageren niet alleen vanuit “wat hoort”, maar ook vanuit “wat helpt”. We hebben een onderzoekende houding naar wat er wél mogelijk is. Hier houden we elkaar ook aan.
  • We werken integraal samen in de vraagstukken die we tegenkomen. We stemmen onze processen, voorstellen en antwoorden af met relevante collega's van andere afdelingen/vakgebieden.
  • We werken via standaardprocedures en-systemen wanneer dit passend en effectief is. Deze zijn ingericht om onze bedoeling te ondersteunen. Maar we leveren ook maatwerk wanneer dat het meest passend en effectief is. De inhoudelijke argumentatie is leidend. Dit kanverschillen per rol of domein.
  • We creëren meer ruimte en de juiste randvoorwaarden voor de uitvoeringsorganisatie om maatwerk te leveren. We stimuleren deze werkhouding bij medewerkers.
  • We nemen onze inwoners serieus en betrekken hen bij actuele vraagstukken. Daarnaast zien we de kracht van de gemeenschap en van individuen. Dit willen we onderdeel laten maken van de oplossing.
  • Niet alles kan of mag: we investeren aan de voorkant in verwachtingsmanagement.

2

Bij de gemeente staat de deur altijd open

Mevrouw deBruin (86) zit op het bankje voor haar huis. Het is mooi weer en er wordt volop gefietst in de stad. Meerdere keren ziet ze op het kruispunt voor haar huis een ‘bijna-ongeluk’ gebeuren; het is daar zo’n druk en gevaarlijk punt…Tegelijkertijd stoort ze zich eraan dat het voor haar deur altijd zo druk ismet geparkeerde auto’s, terwijl een klein stukje verder op vier parkeerplaatsen voor elektrische auto’s eigenlijk nooit worden gebruikt. Ze zou daar eens eenklacht over moeten indienen. Maar ze weet eigenlijk niet zo goed hoe. Dan komt er een veegwagen van de gemeente langsgereden. Ze spreekt de bestuurder aan. Mevrouw de Bruin deelt haar verhaal en de medewerker geeft aan ‘hier eigenlijk niet over te gaan’, maar belooft het op te pakken.De volgende dag krijgt neemt een medewerker van de gemeente contact op met mevrouw deBruin. Die luistert nog eens naar haar klachten en geeft aan hier met collega’s verder over te spreken. En dat doet ze ook. Daarna legt ze duidelijk aan mevrouw de Bruin uit wat er wel en niet aan haar klachten gedaan kan worden. Mevrouw de Bruin is er blij mee; ze snapt echt wel dat niet zomaar alles helemaal anders kan worden. Maar dat er zo goed naar haar geluisterd is, dat is wel heel fijn.

Bij welke ‘deur’ van de gemeente de inwoner ook aanklopt, we helpen altijd. Of iemand nu komt met een ondersteuningsvraag, een goed idee, een klacht of een aanvraag: de deur staat open. Voor de inwoner is er maar één gemeente Kampen en zo handelen we ook.In de communicatie met de inwoner werken we samen en domein overstijgend. Zo verbeteren we de dienstverlening, wordt hulp geboden waar dat nodig is en zijn we een betrouwbare overheid.  

Binnen dit uitgangspunt richten we ons op de volgende elementen:

  • Alle medewerkers zijn gastvrij en bereikbaar voor inwoners.
  • Iemand die contact met ons heeft voelt zich gehoord en gewaardeerd. Niet elke medewerker van de gemeente hoeft het antwoord op elke vraag te kunnen geven. Elke medewerker kan wel op een warme manier doorverwijzen naar de juiste persoon binnen of buiten de organisatie.
  • We houden inwoners op de hoogte van de voortgang van hun (hulp)vraag. Zo blijven we met inwoners in contact en is het voor hen duidelijk wat er met hun vraag gebeurd.
  • We zorgen voor duidelijke informatieverstrekking richting onze inwoners: informatie is voor alle inwoners duidelijk. Inwoners weten waar ze voor welke vraag terecht kunnen.
  • We zijn vindbaar voor bewoners met signalen over hun leefomgeving. Dit vraagt betrokkenheid van de gemeente in de dorpen, buurten en wijken en met vrijwilligersverbanden. Een goede follow-up van het contact is hierbij van belang.
1
Organisatieontwikkeling

Wie zijn wij?

We zijn een partner. Voor iedereen. Dit betekent dat we bij maatschappelijke opgaven nauw samenwerken met inwoners, ondernemers, vakgenoten, collega’s, de raad en het college. Deze nieuwe rol zie je steeds meer terug in onze houding, mentaliteit en manier van communiceren. Dat is een zoektocht, maar we vinden onze weg door te doen en daarvan te leren. Zo werken we met elkaar aan een gezonde organisatie en kunnen we onze dienstverlening continu verbeteren. Onze kernwaarden geven richting aan ons dagelijks handelen.

  • Samenwerken op basis van vertrouwen
  • Kwaliteit bieden door de juiste rol aan te nemen
  • Focussen op het maatschappelijke resultaat
  • Continu vernieuwen om van waarde te blijven
  • Vanuit passie persoonlijk ontwikkelen

De kogge staat voor de organisatie van de gemeente Kampen. Want bij de gemeente Kampen leer je elke dag. Je krijgt de ruimte om jouw talenten in te zetten, verder te kijken dan je eigen werk en een team te vormen met medewerkers van verschillende afdelingen. Daarbij sta je er niet alleen voor: loop je vast, dan helpen collega’s je op weg. En zie je een kans, dan word je aangemoedigd om die te grijpen. Kortom, bij de gemeente Kampen ben je van waarde. Voor de samenleving, voor de organisatie én voor jezelf. Dat maakt werken leuk. (https://www.praatplaat.visueleverbinders.nl/praatplaten/organisatieontwikkeling-gemeente-kampen)

This is some text inside of a div block.
This is some text inside of a div block.
This is some text inside of a div block.
This is some text inside of a div block.
This is some text inside of a div block.
This is some text inside of a div block.
This is some text inside of a div block.